Onderzoeksrapporten

De karakterisering van de afstemmingsproblematiek, de kenmerken van de verkeersafwikkeling en de eisen die gesteld kunnen worden uit oogpunt van een verantwoordelijk modelgebruik hebben geleid tot een aantal criteria op grond waarvan de modellen zijn beoordeeld. Er worden 4 schaalniveau's ...

Draagt bouwstenen aan voor een beleidsbeslissing inzake de gewenste afwikkeling van het rivierkruisende verkeer ten westen van Rotterdam. Vergelijkt de geselecteerde oplossingen, zijnde Tweede Beneluxtunnel, Blankenburgtunnel (oostelijke variant) en Blankenburgtunnel (westelijke variant), met ...

In het ruimtelijke ordeningsdenken neemt het begrip stadsgewest een centraleplaats in. De ontwikkelingen binnen stadsgewesten worden dan ook uitvoerig bestudeerd. Over de woon-werkverplaatsingen tussen stadsgewesten is echter weinig bekend. In deze bijdrage worden de interstadsgewestelijke ...

Uitgangspunt voor dit rapport was: hoe kan de toegankelijkheid van de maritieme toegangsweg zo economisch mogelijk worden vergroot, gerelateerd aan deafmetingen en beladingsgraad van de scheepstypen waarmee in de toekomst kolen en ertsen zullen worden vervoerd en welke, uitgaande van de huidige ...

Presented herein are forecasts of the number of passengers that will be carried on the proposed new rail link, the Zuiderzeelijn, in the year 2000. These were derived from the Long Distance Travel Model (LDTM), a description of which is to be found in the Final Report entitled "The ...

De duinen van de Friese waddeneilanden zijn volgens de "Leidraad voor de beoordeling van de veiligheid van duinen als waterkering" doorgerekend. De veiligheid van het totale duingebied wordt beschouwd, zowel voor 1983 als voor de toekomst. Verder is de veiligheid van de zeereep bekeken. Hieruit ...

In deze notitie zijn de resultaten beschreven van een vergelijkend onderzoek tussen de locaties Lauwersoog en Huibertgat voor wat betreft de windsnelheid en -richting.

Vooruitlopend op een meer uitvoerige notitie worden in deze notitie de golfrandvoorwaarden voor de Philipsdam gepresenteerd bij de waterstanden NAP +3 m en NAP +4m. Voor waterstanden tussen NAP+3 m en NAP+4 m kunnen de gepresenteerde golfhoogten lineair geïnterpoleerd worden.