Open overheid
Zoeken in de index
Resultaten
Langs de Nederlandse Noordzeekust is vanaf de 17e eeuw een groot aantal strandhoofden aangelegd met als doel om erosie van de kustlijn tegen te gaan. Binnen de context van de beleidskeuze “zacht waar het kan, hard waar het moet” wil Rijkswaterstaat antwoord op de vraag in hoeverre het van belang is de huidige strandhoofden te behouden en te onderhouden, en of er in de toekomst aanleiding is om strandhoofden aan te passen of aan te leggen. Hiervoor is het noodzakelijk om 1) een beter begrip te krijgen van de theoretische en conceptuele werking van strandhoofden en 2) de effectiviteit van strandhoofden binnen de huidige praktijk van zandsuppleties te analyseren. De voorliggende studie focust op het eerste doel en geeft handvatten om het tweede doel in een vervolg uit te kunnen werken.
De rapportage ‘Biotamonitoring Rijkswateren’ bestaat sinds 2018 uit twee delen. Deel I (Toetsing en trends, meest recent: Dogruer et al., 2024) bevat de resultaten van de monitoring. Deel II (Toegepaste methoden – dit rapport) beschrijft de toegepaste bemonsterings- en analysemethoden per onderdeel en per jaar, inclusief eventuele afwijkingen van protocollen zoals vastgelegd in het meetplan (Scholl et al., 2024). Omdat methodische keuzes van invloed kunnen zijn op de resultaten, zijn deze afwijkingen van belang voor de juiste interpretatie. Beide delen worden jaarlijks geactualiseerd met de gegevens van het laatste bemonsteringsjaar.
In dit rapport wordt een determinatiesleutel gepresenteerd voor de bramen in de gebieden waarin Rijkswaterstaat vegetatiekarteringen laat uitvoeren.
Dit boekje helpt u als verkeers- en vervoerprofessional om op de hoogte te blijven van alle belangrijke ontwikkelingen op het gebied van verkeersmanagement.
De aanleg van de Oosterscheldekering en de compartimenteringsdammen heeft geleid tot zandhonger in de Oosterschelde, waardoor intergetijdengebieden geleidelijk korter droog komen te vallen. Om het verlies aan foerageergebied voor steltlopers en bergeenden te compenseren, is in 2019 1,1 miljoen m3 sediment gesuppleerd op zeven plekken op de Roggenplaat. Deze suppletie-elementen zijn aangebracht met een gezamenlijke oppervlakte van 211 hectare en een gemiddelde dikte per element van 30 tot 80 cm. De effecten van de suppleties zijn tot en met 2024 gemonitord, gericht op zowel de morfologische als de ecologische ontwikkelingen.
Met een toename van voertuigautomatisering verandert de rol van de bestuurder. Om de samenwerking tussen mens en voertuig beter te begrijpen, ontwikkelde Rijkswaterstaat samen met NLR en SWOV een framework om de kwaliteit van die samenwerking te kunnen beoordelen.
Implementation of the EU Water Framework Directive (WFD) requires assessment of the fish fauna in transitional waters as a quality component. For this purpose, a fish-based assessment tool (FAT) has been developed for Germany by BioConsult on behalf of and in coordination with the coastal federal states. On the basis of its location as a border-river between the Netherlands and Germany, the Ems has special requirements in terms of national monitoring. The assessment tool (FAT) was adapted to the Ems estuary in a binational cooperation within the framework of the Dutch-German cooperation in the Ems-Dollard region and specific requirements were also formulated for the corresponding monitoring.
Door tijdig en gericht te communiceren kunnen weggebruikers zich goed kunnen voorbereiden op hun reis. En mogelijk hun reisgedrag aanpassen. Om inzicht te krijgen hoe we onze hindercommunicatie naar weggebruikers zo goed mogelijk kunnen inzetten, hebben we onderzoek laten uitvoeren.
Rijkswaterstaat heeft de afgelopen periode (2020-2023) diverse proeven met rijtaakondersteunende systemen en automatisch rijden (ADAS en ADS) uitgevoerd. Deze rapportage presenteert een overzicht hiervan met samenvattingen, analyses en lessons learned.
De lessons learned van de individuele proeven, alsmede de cumulatieve kennis en ervaring die is opgedaan, is van belang voor RWS om de koers omtrent AD(A)S te bepalen en kan helpen bij lopende proeven en bij het definiëren van toekomstige
proeven.
In dit rapport zijn de hydrologische effecten van korte termijn uitvoeringsmaatregelen in het hoofdwatersysteem bepaald en is het hydrologisch effect van lokale maatregelen, aangedragen door de zoetwaterregio's, gevalideerd.
- vorige pagina
- 1
- 2
- ...
- 6551
- volgende pagina