Quickscan Pilot Megasuppletie Zeegatsysteem (MESUZ)

De buitendelta’s van de Wadden en Zuidwestelijke Delta worden kleiner. Hierdoor komt er minder zand op de omringende (eiland(kusten en in het getijbekken. Tevens zijn er problemen met geulen (zowel zeegaten als buitendeltageulen) die richting land en waterkering opdringen. Sinds 1990 worden er daarom herhaaldelijk suppleties aan de eilandkust (vooroever, strand) of geulwandsuppleties uitgevoerd om de kustlijn rondom de zeegaten op zijn plek te houden. Wat betreft de krimpende buitendelta’s zijn de onzekerheden groot, maar verwacht wordt dat hier de komende 3 á 5 decennia nog geen grote veiligheidsproblemen zullen voordoen. Maar voor de opdringende geulen geldt dat dit mogelijk op termijn van 1 á 2 decennia al wel aan de orde zou kunnen zijn. De meeste processen omtrent zeegatsystemen spelen zich af op de middellange termijn, in de orde van jaren tot decennia en over oppervlakten van meerdere km2. Juist voor deze tijd- en ruimteschaal bestaat nog een kennisleemte, ook als het gaat om de modellering van het systeem. Dit komt mede door het gebrek aan nauwkeurige metingen van de relevante processen op deze schaal, waardoor onvoldoende duidelijk is welke processen op deze schaal domineren. Uitbreiding van kennis over het systeemgedrag van zeegaten, in relatie tot kustontwikkeling en veiligheid van de omliggende gebieden en de plaatsontwikkeling binnen het getijbekken, is noodzakelijk om in de toekomst beter te kunnen anticiperen op beheersproblemen (adaptief deltamanagement). Uitgaande van het huidige onderzoek en de huidige wijze en frequentie van monitoring ios het verre van zeker dat we over 20 jaar een betrouwbare voorspelling kunnen doen van dit systeemgedrag. Hiervoor is intensivering van de monitoring gericht (model-)onderzoek vereist. Een eerste beleidskeuze zou dan ook kunnen zijn om hier nu al op in te zetten, ten behoeve van het beantwoorden van de beleids- en kennisvragen omtrent systeemgedrag in de toekomst. Wanneer we bovendien willen leren hoe we in de toekomst efficiënter in kunnen grijpen of sturing kunnen geven aan het systeem, zal ook een pilot noodzakelijk zijn, evenals het verkennende onderzoek dat daar aan vooraf gaat (‘learning by doing’). Dit zou belangrijke gegevens kunnen opleveren van de respons van het natuurlijke systeem op significant menselijk ingrijpen. Alleen met een dergelijke unieke dataset en daaraan gekoppeld onderzoek is het mogelijk om, naast voorspellingen van het systeemgedrag, ook betrouwbare voorspellingen van ingreep-effecten te doen. De tweede keuze kan dus zijn om, naast het intensiveren van monitoring en (model-)onderzoek, in de toekomst ook een pilot uit te voeren. In dit rapport wordt een eerste verkenning gegeven van mogelijke zinvolle locaties voor een grootschalige pilot in een zeegatsysteem.

Datum rapport
1 juli 2013
Auteurs
Oeveren-Theeuwes, M.C. van, Ronde, J.G. de
Auteur
J.G. de Ronde, M.C. van Oeveren - Theeuwes ; Deltares
Uitgever
Deltares.
Annotatie
39 p.
Ill., bijl.
Met lit.opg.
Versie 10
In opdracht van Rijkswaterstaat
Documentnummer
508763