Toets- en rekenpeilen kust en estuaria ten behoeve van de HR 2011 : WTI - HR Zout

Voor de hydraulische randvoorwaarden 2011 (HR2011) voor de Nederlandse kust en estuaria moeten opnieuw de toets- en rekenpeilen worden vastgesteld waarop de waterkeringen dienen te worden getoetst. In dit rapport worden de nieuwe toetspeilen afgeleid uit de ontwerppeilen voor de toestand van 1985, de laatst officieel vastgestelde ontwerpeilen, door hierbij een toeslag op te tellen voor de stijging van het gemiddelde hoogwater vanaf 1985 tot het eind van de nieuwe toetsperiode (2017). De rekenpeilen gelden voor de duinenkust en worden verkregen door bij het toetspeil 2/3 van de decimeringshoogte van de overschrijdingslijn voor het hoogwater op te tellen.

Naast een toeslag voor de stijging van het gemiddelde hoogwater vanaf 1985 diende ook rekening te worden gehouden met gewijzigde NAP-hoogten volgens de NAP publicatie 2005. Ook diende een toeslag berekend te worden in het Eems-Dollard estuarium voor het effect van de sluiting van het Eemssperrwerk, een stormvloedkering in de rivier de Ems in Duitsland.

De berekende toeslagen voor de hoogwaterstijging langs de Noordzeekust en het Waddengebied bedragen 7 à 8 cm. In de Westerschelde loopt de toeslag op tot 14 cm Bath. Voor de Oosterschelde wordt geen toeslag berekend, omdat voor dit gebied de toetspeilen worden bepaald door de sluitstrategie van de stormvloedkering. Het effect van het Eemssperwerk op de het toetspeil in de Eems-Dollard is berekend op 0 cm voor de Eemsmonding tot 26 cm bij Nieuwe Statenzijl. De invloed van de verruiming van de Westerschelde en de aanleg van de Maasvlakte 2 op de toets- en rekenpeilen is verwaarloosbaar.

Voor grote delen van de kust verschillen de toets- en rekenpeilen voor de HR2011 niet veel van die uit HR2006. Dat wordt deels veroorzaakt door de afronding op een veelvoud van 10cm, maar ook door het uitgangspunt dat de neiuwe peilen niet lager mogen zijn dan de oude. Als gevolg van het in rekening brengen van de effecten van het Eemssperwerk vormt de Eems-Dollard hierop een uitzondering. De verschillen lopen op tot 30cm.

De verhoging van de gemiddelde hoogwaterstanden beinvloed niet alleen het toets- en rekenpeil, maar de gehele overschrijdingslijn van de waterstand. Voor twee veel gebruikte modellen, het GPV-model en het Weibull-model, zijn de wiskundige formulering en de parameters van de betreffende verdelingen gegeven. Ze zijn per station zodanig bepaald dat het lokale niet afgeronde toetspeil geldend voor 2017 exact op de overschrijdingslijn ligt.

Noot: Bij Wettelijke Toetsinstrumentarium (WTI2017), Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium (WBI2017) is de trend van de zeespiegelstijging analoog dit onderzoek doorgetrokken naar het einde van de beoordelingsperiode (2023). Door de toevoeging van statistische onzekerheden in WBI2017 is er nu wel een andere definitie. Bij de tweede Maasvlakte is in 2011 een fout gemaakt bij de interpolatie technieken, alle drie punten zitten op een lijn. Dit is in 2021 ontdekt en wordt in 1/1/2023 hersteld. Bij het Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium in 2023 wordt mogelijk deze methode ook weer gebruikt of alleen als referentie gebruikt.

Datum rapport
9 november 2010
Auteurs
Dillingh, D., Lima Rego, J. de
Uitgever
Deltares. In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst
Documentnummer
Project 1202341-002 Kenmerk 1202341-002-HYE-0060