Protocol sonderen voor Su-bepaling

Voor de toepassing van correlaties voor het bepalen van de ongedraineerde schuitsterkte Su met behulp van sondeerresultaten in dijkprojecten worden hoge eisen gesteld aan de nauwkeurigheid van de conusweerstand Qc. Daarnaast is het voor de schuifsterkte-correlatie voor de aangetroffen cohesieve bodemlagen noodzakelijk om op elke sondeerlocatie betrouwbare en nauwkeurige waarden voor de plaatselijke wrijving ts en de waterspanning U2 vast te stellen.

Dit protocol is een aanvulling op de geldende norm voor elektrisch sonderen NEN-EN-ISO 22476-1 en het correctieblad C1 (2012/2013). In de norm worden specifieke aanwijzingen gegeven voor de toe te passen apparatuur, de testprocedure, verwerking van de meetgegevens tot resultaten en de rapportage. In dit protocol worden de diverse keuzemogelijkheden voor de specificaties van de conus uit de geldende NEN-ISO-norm aangescherpt en er worden aanwijzingen gegeven voor de uitvoering van de sonderingen.
Daarnaast worden aan de rapportage van de sondering uitgebreide eisen gesteld om aan de specifieke vraagstelling te kunnen voldoen.
Het vereiste hoge kwaliteitsniveau van de waarnemingen gaat boven de Klasse 1 sondering uit; daarvoor wordt de term Klasse 1+ geïntroduceerd.

Datum rapport
1 juni 2016
Auteurs
Duinen, A. van, Stoevelaar, R.
Uitgever
Deltares. In opdracht van Rijkswaterstaat WVL
Documentnummer
Kenmerk 1220083-010-GEO-0006-gbh