Visstandbemonstering randmeren noord 2008

Doet verslag van de visstandbemonstering van de Noordelijke Randmeren, welke heeft plaats gevonden in september 2008. De bemonstering is uitgevoerd met de stortkuil in het diepere deel van de meren en met de wonderkuil in de ondiepe gedeelten van het Zwartemeer. Het zeer ondiepe water van het Vossemeer is met een zegen bemonsterd. In vergelijking met een eerdere visstandbemonstering in de Noordelijke Randmeren (2004) is het visbestand van het Ketelmeer vrijwel gelijk gebleven, terwijl het bestand in het Vossemeer en Zwartemeer sterk gedaald is. Het Ketelmeer wordt in biomassa gedomineerd door soorten als brasem, snoekbaars en pos, terwijl in het Zwartemeer en Vossemeer de biomassa vooral gevormd wordt door soorten als karper, blankvoorn, pos, snoekbaars en paling. Op basis van de natuurlijke maatlatten voor ondiepe (matig grote) gebufferde plassen scoren de meren matig tot ontoereikend. Op de afgeleide maatlat (MEP/GEP) scoren de twee waterlichamen iets hoger (matig). Als individueel meer scoort het Vossemeer beduidend beter op de afgeleide maatlat (goed).

Datum rapport
1 november 2008
Auteurs
Hop, J.
Auteur
J. Hop ; ATKB
Uitgever
ATKB.
Annotatie
66 p.
Ill.
Projectnummer: AT30.2007.767
Rapportnummer Rijkswaterstaat: BM 08.17
In opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Dienst IJsselmeergebied (RWS, RDIJ)
Documentnummer
570027