Biotisch effectonderzoek Hollandsch Diep en Dordtsche Biesbosch : nader onderzoek waterbodemkwaliteit
Beschrijft het ecotoxicologisch onderzoek dat is uitgevoerd in twee deelgebieden van de Zuidrand van het Noordelijk Deltabekken: het Hollandsch Diep en de Dordtsche Biesbosch in de periode 1993-1995. Het rapport vormtéén geheel met het rapport over het Abiotisch Effectonderzoek (AEO) en het Eindrapport van het Nader Onderzoek. Het ecotoxicologisch onderzoek is uitgevoerd onder verantwoordelijk van de werkgroep BEO (= Biotisch EffectOnderzoek), die resorteert onder de projectgroep Nader Onderzoek Zuidrand. De opzet van het Nader Onderzoek is dat elk deelgebied wordt ingedeeld in eenheden (locaties) die zoveel mogelijk als homogeen zijn te beschouwen t.a.v. een aantal relevante aspecten. Vervolgens wordt per locatie de ernst van de verontreiniging en de saneringsurgentie bepaald. De indeling in locaties wordt gemaakt aan de hand van de volgende critera: functies, waaronder de functie natuur, maar ook bijvoorbeeld gebruik als haven of als baggerstortlocaties; diepte, met name in relatie tot ecologische functies; type sediment in de toplaag; bodemopbouw (dikte van de lagen verontreinigd slib); bestaande indelingen binnen water- en waterbodemkwaliteitsmodellen.
- Datum rapport
- 1 januari 1997
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RWS, RIZA); P.J. den Besten
- Uitgever
- RWS RIZA.
- Annotatie
-
144 p.
fig., tab.
RIZA rapport 97.098. - Nader Onderzoek Waterbodem. - Rapport in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland
ISBN 903695150X - Documentnummer
- 60215