Morfologische effecten van de Eijerlandse dam : een evaluatie
De effecten op de kustlijn en andere morfologische gevolgen van de aanleg van de Eijerlandse dam zijn geëvalueerd, tien jaar na de aanleg in 1995. De dam heeft ruimschoots aan de doelstellingen voldaan: het te suppleren volume, noodzakelijk voor de handhaving van de basiskustlijn van de noordwestkust van Texel, is sterk afgenomen. Vermoedelijke negatieve effecten op de kust zijn beperkt gebleven tot het lokaal opschuiven van een getijgeul richting kust ter hoogte van het Bolwerk "Robbengat" aan de noordoostzijde van Texel. Sinds 2001 schrijft het kustbeleid voor dat de zandvoorraad van het kustsysteem op peil gehouden moet worden. Hoewel de Eijerlandse dam geen zichtbare invloed heeft op de ontwikkeling van de zandbalans van de buitendelta, het kustgebied, het getijdebekken en de aan Texel grenzende Noordzeebodem, levert de dam zelf geen bijdrage aan het compenseren van de zandverliezen. Wel heeft de aanleg van de dam vrijheidsgraden gecreëerd om de zandsuppleties rond noordkust van Texel (kosten)efficiënter uit te voeren, omdat de dwingende noodzaak voor het uitvoeren van strandsuppleties ten bate van de kustlijnhandhaving is vervallen. Alhoewel de Eijerlandse dam een goede en kostenefficiënte oplossing is gebleken voor de frequente kusterosie van de noordkust van Texel, kan hier niet uit geconcludeerd worden dat dwarsdammen in het algemeen een goede oplossing zijn voor eroderende kustgebieden. Lokale factoren als kustboog, kustprofiel, golfinvloed en getijsnelheden bepalen de werking, aanlegkosten en kosteneffectiviteit.