Beschouwingen over de Markerwaard

Aan de hand van varianten van na het gereedkomen van de dijk Enkhuizen-Lelystad verder uit te voeren werken, wordt onderzocht in hoeverre deze een bevredigende oplossing kunnen geven voor de waterhuishoudkundige problemen in het IJsselmeergebied en de ruimtelijke problemen van de noordvleugel van de Randstad. Tevens wordt nagegaan welke andere voor- en nadelen aan de verschillende oplossingen verbonden zijn. De waterhuishoudkundige randvoorwaarden vereisen in ieder geval een aantal waterstaatkundige werken in het zuidelijke deel van het IJsselmeer, ook als men zou afzien van verdere inpoldering. Hierop wordt nader ingegaan. De optimale breedte van de randmeren en het aantal oeververbindingen zullen bij inpoldering in het structuurplan voor de Markerwaard nader moeten worden bepaald. In eerste instantie zal van drie principiële varianten worden uitgegaan: niet inpolderen; gedeeltelijk inpolderen; geheel inpolderen. Al deze varianten zullen in ieder geval moeten voldoen aan de eerder gestelde waterstaatkundige randvoorwaarden. Daarbij wordt van iedere variant nagegaan welke mogelijkheden het biedt voor een goede ruimtelijke ordening van Nederland als geheel en van de noordvleugel van de Randstad in het bijzonder.

Datum rapport
1 januari 1972
Auteur
[Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat], Dienst der Zuiderzeewerken (RWS, ZZW)
Annotatie
51 p.
10 bijl.
Concept nota
Met lit. opg.
Documentnummer
201538