Dioxine-achtige toxiciteit in baggerslib van het zeehavenkanaal, Delfzijl : Toxiciteit Identificatie en Evaluatie (TIE) met DR-CALUX
De Chemie-Toxiciteit-Toets (CTT) introduceert effectgerichte beoordeling van baggerspecie en havensediment in het Nederlandse beleid ten aanzien van het verlenen van vergunningen, c.q. ontheffingen binnen WVO en WVZ. De DR-CALUX test is onderdeel van de CTT. Met deze test wordt de aanwezigheid van stoffen met een dioxine-achtige toxiciteit bepaald. De DR-CALUX geeft een respons bij blootstelling aan dioxineachtige stoffen zoals dioxines zelf, maar ook dibenzofuranen en platte PCBs. De gemeten activiteit van een sedimentextract wordt gerelateerd aan de respons van dioxine en uitgedrukt in dioxine-equivalenten,?toxic equivalents?, TEQ. Ter voorbereiding op de invoering van de CTT heeft Rijkswaterstaat, Directie Noord-Nederland, aan het RIKZ gevraagd de in het verleden gemeten DR-CALUX activiteit in het sediment van het Zeehavenkanaal chemisch te verklaren. Vanuit het Directoraat-Generaal Water (DGW) is gevraagd te rapporteren over nieuwe inzichten in de milieuchemische aspecten van de huidige wijze van uitvoering van de DR-CALUX test. Doel van deze studie was daarom tweeledig: I Het identificeren en kwantificeren (= chemisch verklaren) van de stoffen die ten grondslag liggen aan de gemeten dioxine-achtige activiteit, zodat het eventueel mogelijk wordt de bron van de veroorzakende stoffen op te sporen; II Vaststellen van de invloed van wijzigingen in het chemische voortraject van de DR-CALUX test (extractie, zuivering) op de respons en de chemische verklaarbaarheid hiervan.