Beschouwing meetresultaten, verkregen bij beperkt onderzoek tijdens werkzaamheden met waterinjectiewerktuig in de veerhaven Perkpolder (maart-april 1984)
Bij het verrichten van werkzaamheden met het waterinjectiewerktuig moet voor een maximaal resultaat een naar verhouding diepe ligging van het voor de haven gelegen gebied (ten opzichte van het aansluitende havengedeelte) van belang worden geacht. De ingang van de Veerhaven Perkpolder vertoonde in dit verband naar gebleken is een te ondiepe ligging. Door deze "blokkering" werd tijdens de werkzaamheden met het waterinjectiewerktuig een deel van het op de onderwaterplateaux in suspensie gebrachte bodemmateriaal in de tussenliggende diepere vaargeul afgezet.