Meting van de stroomsnelheden langs de taludbescherming bij de Flakkeese Spuisluis
Kort na de ingebruikname van de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam bleek bij bodempeiling in de uitmonding van de toeleidingsgeul van de sluis erosie op te treden. Er werd verband gelegd tussen de ontgronding en de eroderende werking van de dichtheidsstroom die tijdens het hevelen via de spuisluis naar de geul in de Krammer stroomde. In de zomer van 1984 werd een bodembescherming gelegd en op 31 oktober 1984 werd meting verricht om deze dichtheidsstroom te bevestigen en vast te stellen hoe snel en hoe ver hij zich voortzet langs het talud waar de bodembescherming ligt, waarbij tevens de uitvoering van het ontwerp van de bodembescherming geverifieerd kon worden. De verrichte metingen bevestigen het feit dat tijdens het spuien van het Grevelingenwater op het Krammer er een taludafwaarts gerichte dichtheidsstroom ontstaat. De richting van de dichtheidsstroom verandert niet merkbaar onder invloed van de getijstromen. Aanbevolen wordt regelmatig bodempeilingen uit te voeren en te overwegen de bodembescherming uit te breiden.
- Datum rapport
- 1 januari 1986
- Auteur
- K. Bultman-Robaczewska; Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren
- Annotatie
-
8 p. 10 bijl. : graf., tab. ; 30 cm Notitie GWAO-86.226 Digitaal document 386 Kb Met lit. opg.
- Documentnummer
- 214221