Planologische verkenning betreffende de noordelijke begrenzing van het IJmeer
Om waterhuishoudkundige redenen is het gewenst een scheiding tot stand te brengen van water met verschillend zoutgehalte. Er wordt van uitgegaan dat een oplossing gekozen wordt zoals die door de Commissie vor de Waterhuishouding is aanbevolen. Dit houdt het realiseren van het Oostvaardersdiep en het aanbrengen van een dam tussen het Oostvaardersdiep en de kust van Noord-Holland in waarbij in principe een zo zuidelijk mogelijke aansluiting aan Noord-Holland (ten zuiden van het Kinselmeer) tot stand komt. De vraag is nu of de specifieke ruimtelijke situatie van het IJmeer aanleiding geeft om de vormgeving van deze werken anders dan uitsluitend op waterstaatkundige gronden te bepalen. Getracht wordt deze problematiek te verkennen zonder dat pasklare oplossingen aangedragen zullen worden. Inhoud: Ruimtelijke situatie; Het stadsgewest Amsterdam; Specifieke problemen nabij Amsterdam; De ontwikkeling in de Zuidelijke IJsselmeerpolders; Het omringende landschap; Scheepvaart; Ruimtelijke aspecten van de noordelijke dijk; Verkeersverbindingen; Aansluitmogelijkheden aan de zijde van Noord-Holland; Aansluitmogelijkheden aan de zijde van het nieuwe land; Is combinatie van wegverbinding en dam noodzakelijk.
- Datum rapport
- 1 januari 1974
- Auteur
- [Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat], Dienst der Zuiderzeewerken (RWS, ZZW), Afdeling Planologie
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Zuiderzeewerken (RWS, ZZW).
- Annotatie
-
8 p. 10 bijl. Verslag van de inleiding gehouden op de vergadering van de Zuiderzeecommissie op 22 januari 1974 te 's-Gravenhage (Nota / ZZW ; H 74-5)
- Documentnummer
- 93903