Vervolgmeting apparatuurgebruik fietsers : voorjaar 2019
In opdracht van Rijkswaterstaat heeft NDC Nederland in april 2019 onder 7.412 fietsers gemeten wat het gebruik is van apparatuur, zoals smartphones of mp3-spelers. Eind september 2015 is de campagne ‘Aandacht op de Weg’ van start gegaan. Onderdeel daarvan was dat fietsers worden verleid om hun smartphone niet meer te gebruiken in het verkeer. Voorafgaand aan deze campagne is in september 2015 een nulmeting uitgevoerd, waarbij is gekeken naar het gebruik van apparatuur en het mobiel bellen op de fiets. Daaropvolgend zijn drie metingen uitgevoerd in april 2016, april 2017 en april 2019. In het voorjaar van 2019 gebruikt 28% van alle fietsers apparatuur; 22% luistert muziek, 4% bedient een scherm en 3% is aan het bellen. Tijdens de vorige meting in 2017 was het aandeel fietsers dat apparatuur gebruikte 23%. Het verschil is significant en wordt veroorzaakt doordat meer fietsers zijn waargenomen die muziek luisteren. In Utrecht (54%) zijn de meeste fietsers waargenomen die apparatuur gebruiken, gevolgd door Amsterdam (45%). In de overige steden ligt het apparatuurgebruik op de fiets aanzienlijk lager: tussen de 27% (Apeldoorn) en 20% (Leeuwarden). Uit de metingen blijkt dat 83% van alle fietsers 2 handen aan het stuur heeft. Er wordt nauwelijks met ‘losse handen’ gefietst, ongeacht het wel of niet gebruiken van apparatuur. Men heeft dus minstens een hand aan het stuur, ook de fietsers die handheld bellen, of een scherm bedienen. De leeftijdscategorie die het meest gebruik maakt van apparatuur tijdens het fietsen is de groep 18 tot 25-jarigen (50%), gevolgd door 12 tot 18-jarigen (35%). Fietsers van 50 jaar of ouder (4%) en onder 12 jaar (1%) gebruiken de minste apparatuur tijdens het fietsen. In de leeftijdsgroepen 12 tot 18 en 18 tot 25 neemt het apparatuurgebruik elke meting toe. Deze toename zit voornamelijk in het luisteren naar muziek. Net als bij de voorgaande metingen is een verband gevonden tussen het wel of niet fietsen in een groep en apparatuurgebruik op de fiets. In een groep maakt 9% gebruik van apparatuur tijdens het fietsen, terwijl 29% van de fietsers die niet in een groep fietst apparatuur gebruikt op de fiets. Ten opzichte van 2017 is het apparatuurgebruik toegenomen onder de fietsers die individueel fietsen.