Integraal tussenadvies NMIJ 2013 deel A
NMIJ is een praktijkgericht en deels experimenteel onderzoeksprogramma naar inrichtingsmaatregelen voor het Markermeer/IJmeer, gericht op het realiseren van het TBES, het Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem. In het kader van het onderzoeksproject Natuurlijk(er) Markermeer-IJmeer (NMIJ) is een integraal tussenadvies opgeleverd. Het tussenadvies bestaat uit twee delen. Dit deel, deel A, bevat het advies. Deel B gaat nader in op de onderzoeksresultaten en geeft een voortschrijdend beeld van de gewenste ontwikkelingen op systeemniveau van het Markermeer-IJmeer. Het tussenadvies is tot stand gekomen in onderlinge samenwerking en afstemming met het onderzoeksprogramma ANT, waaruit de belangrijkste (eind)resultaten en aanbevelingen zijn overgenomen. De belangrijkste adviezen staan hieronder genoemd. • Richt luwtemaatregelen met name op het behoud/ontwikkeling van waterplanten in combinatie met overgangen naar slib rijk water als habitat voor vis en macrofaunasoorten. Stuur hierbij vooral op vegetaties met een diversiteit aan soorten waterplanten met een open structuur. Luwtemaatregelen specifiek ten behoeve van een betere ontwikkeling van mosselen zijn weinig zinvol. • Continueer lopende trajecten zoals luwtemaatregelen in het Hoornse Hop en Marker Wadden omdat deze als no-regret maatregelen voor de realisatie van een gewenste ecologische ontwikkeling kunnen worden gezien. • Onderzoek maatregelen voor de ontwikkeling van waterplanten op het Enkhuizerzand als mogelijke aanvulling op reeds bestaande en in ontwikkeling zijnde velden in het IJmeer, de Gouwzee en het Hoornse Hop. Richt dit onderzoek op mogelijk verlies van huidige natuurwaarden en optimale ontwikkeling van uitgebreide waterplantvelden. • Een meer natuurlijk peilverloop (hoger in het voorjaar en lager in de zomer met minimaal 30 cm peilverschil) zal de effectiviteit van maatregelen met geleidelijke land-waterovergangen (Marker Wadden, oeverdijken e.d.) sterk kunnen verhogen. Een goed waterpeil is doorslaggevend voor het succes van de ontwikkeling. Benadruk (binnen het DPIJ-proces) het belang van een meer natuurlijk peilverloop in het Markermeer-IJmeer als randvoorwaarde voor een gewenste ecologische ontwikkeling van geleidelijke land-waterovergangen. • Ontwerp natuurmaatregelen zoals Marker Wadden zodanig flexibel dat rekening wordt gehouden met toekomstige peilvariaties. • Beoordeeld vanuit de noodzaak om alle systeempijlers voor het realiseren van een robuust ecologisch systeem te versterken, wordt op basis van voortschrijdend inzicht geadviseerd om de (in figuur 4 opgenomen) inrichtingsmaatregelen (luwtemaatregelen Hoornse Hop, Marker Wadden, Verdiepingen Marker Wadden, Vispassages Noord-Holland en houtribdijk) verder te verkennen omdat die de meest kosten-effectieve bijdrage leveren aan de te realiseren doelen op systeemniveau. • Geef opdracht voor de aanvulling en verbetering van enkele ecologische rekenregels in het modelinstrumentarium (Habitat), enerzijds voor nieuwe soorten in het systeem (mossel, kranswier) en anderzijds om verouderde kennisregels met nieuw eschikbaar gekomen monitoringsgegevens beter op de huidige situatie te laten aansluiten (waterplanten). Hierdoor zijn betere ecologische voorspellingen mogelijk voor de onderbouwing van TBES-maatregelen en de Natuurboekhouding.