De potentie van TEO voor verduurzaming van de gebouwen van het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat (kosten baten) rijksoverheidsgebouwen
Techniplan Adviseurs heeft voor het gebouwenportfolio van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Rijkswaterstaat (RWS) de haalbaarheid onderzocht van thermische energie uit oppervlaktewater (TEO). Aangescherpte label eisen voor kantoorgebouwen in 2023 en 2030 zetten aan tot verduurzaming. Energie in de vorm van warmte en koude uit oppervlaktewater is duurzame energie. Het water kan gebruikt worden om een gebouw te verwarmen of te koelen. Warmtepompen worden toegepast om de energie uit oppervlaktewater geschikt (juiste temperatuur) te maken voor de energievraag van het gebouw. Er kan gekozen worden voor een combinatie van TEO mét of zonder een warmte- en koude opslag installatie (WKO). Een WKO kan de energie uit het oppervlaktewater opslaan in de bodem voor het volgende seizoen, hiermee kan een warmte- of koudetekort worden hersteld. Bij gebouwen van het RVB wordt over het algemeen een warmtetekort in de bodem verwacht. In dat geval wordt oppervlaktewater gebruikt om ’s zomers de warmte uit het warme oppervlaktewater in de bodem op te slaan om die vervolgens in de winter weer te kunnen gebruiken voor warmteopwekking. In deze studie zijn de kosten en baten van de volgende energieconcepten onderzocht: • • Luchtwaterwarmtepompen; • • TEO zonder WKO; • • TEO met WKO; • • WKO met droge koelers (dit is een breed toegepaste techniek met ca. 1500 operationele systemen in Nederland). De haalbaarheid van deze concepten zijn onderzocht voor de gebouwenportfolio’s van het RVB en RWS. Een viertal bestaande TEO systemen (van derden) zijn bestudeerd en hieruit volgden lessen met betrekking tot materiaalgebruik en onderhoud van een TEO-systeem. Een labelstudie is gedaan om erachter te komen hoe TEO zich als verduurzamingsmaatregel verhoudt tot andere mogelijke duurzaamheidsmaatregelen. Voor de te beschouwen concepten zijn globale ontwerpen gemaakt met bijbehorende raming voor de realisatiekosten en een inschatting van de besparing in de exploi-tatiefase. Deze berekeningen zijn voor vijf gebouwgroottes uitgevoerd (1.000, 5.000, 10.000 20.000 en 50.000 m2 BVO) die een groot deel van de gebouwenportfolio’s van het RVB en RWS omvatten. De berekeningen hebben uitgewezen dat hoe groter het gebouw is, hoe beter het toepassen van een duurzame energie-opwekinstallatie zich terugverdient. TEO is een goed alternatief voor het toepassen van droge koelers als regeneratievoorziening voor een WKO systeem. De resultaten laten zien dat vanuit financieel oogpunt een TEO installatie vergelijkbaar is met of beter is dan droge koelers. Hiervoor is het uitgangspunt dat er binnen 100 m van het gebouw oppervlaktewater aanwezig is. Daarnaast heeft TEO meer voordelen ten opzichte van droge koelers zoals: * Beter energierendement. * Geen geluidsoverlast. * Geen ruimtebeslag op het dak. * Meestal niet zichtbaar, daarom esthetisch. Door Deltares zijn de thermische en ecologische effecten van TEO op het oppervlaktewater onderzocht. Hun rapport is als bijlage bij dit rapport toegevoegd. TEO blijkt in combinatie met de meeste watertypen en voor de meeste gebouwgroottes mogelijk zonder (nadelige) significante thermische en ecologische effecten op het oppervlakte-water.