Klimaatrobuustheid van het waterbeheer van het Veerse Meer : houdbaarheid in het licht van klimaatverandering
Door klimaatverandering zal de zeespiegel stijgen, zal de luchttemperatuur toenemen en zullen de neerslagpatronen wijzigen (drogere zomers, nattere winters). Klimaatverandering roept de vraag op hoe “klimaatrobuust” het Veerse Meer is. Met klimaatrobuust wordt bedoeld tot welke mate van klimaatverandering de beheerdoelen en/of gebruiksfuncties van het Veerse Meer gehandhaafd kunnen blijven. De beheerdoelen zijn waterveiligheid, waterbeheer (peilbeheer en wateruitwisseling), waterkwaliteit (KRW) en natuur (Natura2000). Gebruiksfuncties zijn scheepvaart, landbouw, recreatie (zwemmen, recreatievaart, overig), beroepsvisserij, sportvisserij en leefomgeving. In dit onderzoek is klimaatrobuustheid van het Veerse Meer voor het regulier peilbeheer en voor waterkwaliteit (KRW-normen voor stikstof en chloride) kwantitatief onderzocht. De overige beheerdoelen en gebruiksfuncties zijn kwalitatief beoordeeld. De kwantitatieve analyse gebruikt een model dat de waterbalans van het Veerse Meer doorrekent op basis van aannames voor de in- en uitgaande debieten. De mengverhouding tussen zoet/brak polderwater en het Kanaal door Walcheren en zout Oosterscheldewater is als maat voor de waterkwaliteit berekend.
In dit onderzoek is klimaatrobuustheid van het Veerse Meer voor het regulier peilbeheer en voor waterkwaliteit (KRW-normen voor stikstof en chloride) kwantitatief onderzocht. De overige beheerdoelen en gebruiksfuncties zijn kwalitatief beoordeeld. De kwantitatieve analyse gebruikt een model dat de waterbalans van het Veerse Meer doorrekent op basis van aannames voor de in- en uitgaande debieten. De mengverhouding tussen zoet/brak polderwater en het Kanaal door Walcheren en zout Oosterscheldewater is als maat voor de waterkwaliteit berekend.