Voorspellen van de stroefheidontwikkeling van open asfaltmengsels in de praktijk met behulp van mineralogische kennis van het steenslag
Na het in 2005 verhogen van de eisen voor steenslag in asfaltdeklagen voor autosnelwegen van steenslag 2 naar steenslag 3 (100% gebroken materiaal en een polijstgetal van minimaal 58) ontstonden er in 2010 opnieuw stroefheidproblemen op het hoofdwegennet. Geconstateerd werd dat een relatief groot aantal wegvakken, met als gemeenschappelijk kenmerk het toegepaste steenslag Augitporphyrit, binnen relatief korte tijd de minimale stroefheidnorm naderde. Daar dit steenslag volgens de meegeleverde CE markering voldeed aan de eisen voor steenslag 3, was er niet direct een verklaring te vinden voor het vroegtijdig falen op stroefheid. Dit was aanleiding voor Rijkswaterstaat om een nader onderzoek in te stellen.
Het onderzoek moest antwoord geven op de vraag of de voorspelling van het polijstgedrag in de praktijk door middel van het polijstgetal kan worden verbeterd door behalve informatie over het polijstgetal ook informatie over de mineralogische samenstelling te beschouwen. In deze paper wordt verslag gedaan van de resultaten van het onderzoek.