Chloridemetingen in het IJsselmeer bij inlaten water via de spuisluizen Den Oever en Kornwerderzand [2013]

<p>Rijkswaterstaat dienst Midden-Nederland heeft vanuit de Kaderrichtlijn Water de opdracht om o.a. visvriendelijk sluisbeheer in te stellen op de schut- en spuisluizen van de Afsluitdijk. Een effectieve methode om vissen vanuit de Waddenzee binnen te laten in het IJsselmeer focust op het gecontroleerd binnenlaten van water uit de Waddenzee met vissen. Het huidige spuibeheer is ingesteld op visintrek door de buitenste spuideuren op een kier (50 cm) te zetten met afgaand tij. Bij gering spui kunnen vissen (sterke zwem-mers) zoals Zalm en Forel tegen de stroom in het IJsselmeer op zwemmen. Dit is echter niet voldoende. Onderzocht wordt of een ander spuiregiem de intrek van vissen kan bevorderen. Hierbij wordt o.a. gedacht aan het inlaten van water net voor gelijk tij. Dit op zoda-nige wijze dat er geen extra zoutbelasting op het IJsselmeer plaatsvindt. De diepe delen voor het spuicomplex aan de IJsselmeerzijde kunnen het zoutere water op-vangen. De meegekomen vissen kunnen zich in de diepe delen verschuilen. Als na inlaat het spuien wordt overgeslagen hebben de vissen genoeg tijd om het IJssel-meer op te trekken. Aan de afdeling Regionale Meet- en informatiedienstverlening van de CIV is ge-vraagd om een proef uit te voeren bij Den Oever en Kornwerderzand. In deze proef is zout water ingelaten bij afgaand tij net voor gelijk peil. Het ingelaten debiet was daarbij ongeveer gelijk aan de inhoud van de diepe delen voor de spuicomplexen aan de IJsselmeerzijde. Door middel van zoutmetingen voor en na het inlaten van het zoute water is gemeten of het zoute water werkelijk in de diepe delen blijft of dat er overstroming plaatsvindt naar de omliggende ondiepe delen. Op 8 april is deze proef uitgevoerd in Den Oever en op 9 april in Kornwerderzand. De proef is geslaagd. Beperkt zout water inlaten voor visintrek lijkt een goede optie om te worden opgenomen in het spuiregiem. Tijdens proef zijn bij het spuicomplex Den Oever 8 minuten 6 deuren geheel open geweest. Het sluiten en/of openen van de deuren kost 2 minuten tijd. De hoeveelheid ingelaten water is ongeveer 207.500 m3 geweest. Overstroming naar ondiepe delen vond niet plaats. Bij Korn-werderzand zijn 4 deuren 12 minuten geheel open geweest. De totale hoeveelheid ingelaten water is ongeveer 238.100 m3 geweest. Het ingelaten water stroomde iets over de ondiepte. Na 2,5 uur was het water voor het grootste gedeelte terugge-stroomd naar de diepe delen voor het spuicomplex. Hier zou de openingstijd iets moeten worden ingekort. Met het uitvoeren van de proef zijn punten naar voren gekomen die beter onder-zocht dienen te worden en er zijn aanbevelingen voor de implementatie van het spuiregiem. Onderzoekspunten: &bull; Om te voorkomen dat zout water de ondiepte opstroomt is aan te bevelen om de openingstijd dan wel het debiet beter af te stellen. En daarbij de uitkomst opnieuw toetsen met eenzelfde proef waarbij zoutmetingen in de diepe de-len en omringende ondiepe delen in het IJsselmeer voor de spuicomplexen worden uitgevoerd. &bull; Onderzoek of vissen welke zijn ingelaten daadwerkelijk het IJsselmeer optrek-ken in de tijd voor een volgende spuigang. Als de vissen in de put blijven, kan het zijn dat ze bij een volgende spuigang meteen weer mee terug spoe-len de Waddenzee op. &bull; Onderzoek naar continue monitoren van vissen voor spuicomplex. Het spuire-giem kan dan worden aangepast aan de behoefte voor visintrek. Aanbevelingen: &bull; Tijdens vervolgproeven technisch personeel van Rijkswaterstaat Midden-Nederland District Noord inzetten voor extra zorg betreft communicatie tus-sen onderzoeksmedewerkers, peilbeheerder, CMIJ en sluismeesters. &bull; Verbeteren communicatie met de vissers. Dit om te voorkomen dat er niet op het moment dat water wordt ingelaten, gevist wordt net voor het spui-complex. Mogelijke oplossingen: o Betere communicatie kanaal 10 en 31 o Scheepsberichten o Visserijvrije z&ocirc;nes &bull; Bij het implementeren rekening houden dat de sluismeesters zelf kunnen in-spelen op weersomstandigheden.</p>

Datum rapport
22 oktober 2013
Auteurs
Brongers, I., Witte, B.J. de
Auteur
I. Brongers, B.J. de Witte ; Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening (RWS, CIV), Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Midden-Nederland (RWS, MN)
Annotatie
40 p.
graf., bijl.
Met lit.opg.
Definitief
Documentnummer
525908