Natuur(vriende)lijke oevers Maas : Monitoring en evaluatie ecologie en morfologie Deelrapportage 2, 2009

Rijkswaterstaat Limburg heeft de taak om in 2020 70% van de Maasoevers natuur(vriende)lijk te hebben ingericht. Waar mogelijk worden de huidige oevers omgevormd tot natuur(vriende)lijke oevers en een groot deel van de oevers zal in de komende jaren van karakter veranderen: van strakke, versteende oevers naar meer natuurlijke land-water overgangen waarin – binnen zekere grenzen - vrije erosie kan plaatsvinden en natuurlijke levensgemeenschappen zich kunnen ontwikkelen om zo de goede ecologische toestand te kunnen bereiken en rivierlevensgemeenschappen zich herstellen. Om het effect van natuur(vriende)lijke oevers op de ecologie en de (hydro)morfologie te volgen en vast te leggen en informatie te krijgen over de doelmatigheid van de verschillende typen natuur(vriende)lijke oevers is er een monitoringsprogramma opgesteld. De monitoringswerkzaamheden vinden vooralsnog plaats in de waterlichamen Grensmaas, Zandmaas, Bedijkte Maas en Beneden Maas. In deze delen zijn 21 locaties geselecteerd. Het is een doorsnede van zowel natuurlijke als natuurvriendelijke oevers langs de Maas. Bij de locatiekeuze is rekening gehouden met de aanlegvariant (type oever), het traject en het stadium van successie (aantal jaren na aanleg). De parameters die in het water gemonitoord worden zijn macrofauna, waterplanten en vissen en ook wordt de onderwaterbodem beoordeeld op chemische en fysische aspecten. Verder worden de oevers beoordeeld op erosie en de vorming van steilwanden, worden ecotopen vastgesteld en wordt op de droge oever de flora en fauna in beperkte mate gevolgd.

Datum rapport
30 augustus 2009
Auteurs
Kerkum, F.
Auteur
F. Kerkum ; Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Waterdienst (RWS, WD)
Uitgever
RWS, WD.
Annotatie
154 p.
ill.
Status concept
Documentnummer
436765