Indikking zandscheidingsresidu voorafgaand aan nat storten

In opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde en GeoDelft is onderzoek uitgevoerd naar de eigenschappen van ingedikt zandscheidingsresidu van baggerspecie. Het storten van ingedikte baggerspecie kan een positieve bijdrage leveren aan een betere benutting van depotruimte. Ontwateren van baggerspecie is echter relatief kostbaar; het onderzoek richt zich dan ook op het vinden van een zo hoog mogelijk watergehalte waarbij de specie kan worden gestort zonder dat het tijdens het storten uiteenvalt. Het onderzoek is uitgevoerd op het zandscheidingsresidu van specie uit de haven van Urk. In eerste instantie is uitgegaan van consistentie-indices (Ic, een maat voor het watergehalte in relatie tot de sterkte-eigenschappen, een hogere index betekent een drogere toestand) van 0.4, 0.6 en 0.8. Gaandeweg het onderzoek bleken deze waarden echter hoger dan noodzakelijk. Daarop is besloten de volgende Ic waarden te beproeven: 0,0.2 en 0.4. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt de onderzochte specie (afkomstig uit de haven van Urk) over voldoende weerstand tegen erosie te beschikken om zonder veel materiaalverlies in water te worden gestort. Daarbij valt het materiaal binnen enkele dagen uiteen, zodat het op de bodem van het depot niet onnodig veel ruimte in beslag neemt door een onvoordelige stapeling van de brokken specie op de bodem.

Datum rapport
1 december 2003
Auteurs
Essen, H.M. van
Auteur
H.M. van Essen ; GeoDelft
Uitgever
GeoDelft.
Annotatie
25 p.
Ill., bijl.
Rapportnummer: CO-414480-0016 v02
Versie 02 Definitief
In opdr. van Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW)
Documentnummer
405499