Geologische quick scan naar diepe voorkomens grof zand in bestaande beton- en metselzandputten

Voor de dienst Weg- en Waterbouw van Rijkswaterstaat (RWS, DWW) is onderzoek gedaan naar het voorkomenvan grof zand dat mogelijk geschikt is voor de winning van beton- en metselzand. Het onderzoek is uitgevoerd bij een aantal reeds bestaande zandwinningen, beneden de huidig verleende ontginningsdiepte. Een eerste selectie van 22 winningen is gemaakt door DWW-RWS, uit deze 22 winningen een verdere selectie gemaakt van 13 winningen waar de kans op voorkomen van het gewenste type zand het grootst is. Van deze 13 winningen is een nadere interpretatie gemaakt met behulp van boorbeschrijvingen uit de TNO NITG boringenndatabase DINO. Een kwantitatieve inschatting van de dikte van de grove lagen maakt hier deel van uit. Van de 13 liggen er 3 in Groningen, 1 in Drenthe, 2 in Overijssel, 1 in Gelderland, 1 in Noord-Brabant en 5 in Limburg. Door geringe boordichtheid enerzijds, en complexe geologie anderzijds (i.e., grote lithologische variatie op korte afstand, waardoor het moeilijk is om boringen over grotere afstand met elkaar te correleren) moet voor de selectie van met name de lokaties Het Hoge Broek, Bakelse Plassen en Oolerveld terughoudendheid betracht worden. Nader onderzoek ter plaatse, bijvoorbeeld in de vorm van het zetten van boringen, het verrichten van geofysisch onderzoek, en het bepalen van korrelprofielen, wordt voor alle winningen aanbevolen om meer zekerheid te verkrijgen over het daadwerkelijk voorkomen van grof zand ten behoeve van de productie van beton- en metselzand.