Morfologie van de eilandkoppen van het Zeegat van het Vlie
Binnen het deelprogramma ‘Systeemkennis Zeegaten’ van het KPP B&O Kust programma focust deze studie op de kennisontwikkeling van het zeegat van het Vlie en de aangrenzende zandige eilandkoppen van Vlieland en Terschelling. Door een integrale benadering, waarbij zowel de Noordzeekust, de eilandkoppen als het bekken worden betrokken, wordt een completer beeld van de morfologie verkregen. Dit draagt bij aan een optimaal beheer van de eilandkoppen en hun omgeving. In deze studie wordt een overzicht gegeven van de morfologische ontwikkelingen rondom de eilandkoppen van het Vlie. Er is gebruik gemaakt van grootschalige volume- en trendanalyses op basis van gedetailleerde bodemdata van het bekken en de buitendelta, aangevuld met detailanalyses van bodem- en satellietdata rondom de eilandkoppen en ondersteund door hydrodynamische modellering.
Verschillende tijd- en ruimteschalen worden in deze studie beschouwd. Het hoogste schaalniveau betreft het bekken en de buitendelta. Onder invloed van golven en getij verplaatst de buitendelta zich landwaarts en neemt af in volume, waarbij vooral het volume op de diepe vooroever en aan de rand van de buitendelta afneemt. Een deel van dit materiaal wordt zeewaarts verplaatst, een deel in de richting van het bekken. Door dit landwaartse transport kunnen op het buitendeltaplatform aanlandingsbanken en hoge, centrale banken ontstaan en kan het bekken in volume toenemen. De afsluiting van de Zuiderzee (1932) heeft langdurige gevolgen, waaronder de heroriëntatie van getijgeulen en de verplaatsing van wantijen naar het noordoosten, wat resulteert in een afname van het oppervlakte van het Vlie-bekken. Ook het getijprisma door het zeegat neemt hierdoor enigszins af.
De ontwikkelingen op de schaal van het bekken en buitendelta vormen de randvoorwaarden voor de dynamiek van de eilandkoppen. Een van de belangrijkste uitdagingen is de structurele erosie van zowel Vlieland Noordoost als het Havenstrand. De erosie bij Vlieland Noordoost wordt veroorzaakt door de ligging van vloedgeultjes dicht langs de kust. Hoewel suppleties zijn uitgevoerd met als doel deze geultjes (gedeeltelijk) te dichten, heeft dit het probleem niet opgelost. Een systeemsuppletie zou een mogelijke oplossing kunnen zijn. De structurele erosie van het Havenstrand wordt veroorzaakt door de ligging van de Vliesloot vlak voor de kust. Door de afname van het getijprisma wordt de Vlielanderbalg geleidelijk afgestoten als geul, waardoor de stroming zich meer concentreert in de Vliesloot, die steeds dichter bij het Havenstrand komt te liggen. Er zijn geen aanwijzingen dat de erosie hier in de nabije toekomst zal afnemen.
Belangrijkste vraagstukken voor Rijkswaterstaat in het beheer van de kop van Terschelling zijn: (1) hoe om te gaan met de erosie van de Noordsvaarder en (2) de dynamiek rondom de vaargeulen naar de haven van West-Terschelling. Bij de overgang naar de centrale eilandkust speelt de aanlanding van banken een rol, wat de ligging van de kustlijn variabel maakt. De verbinding tussen Boomkensdiep en Schuitengat zorgt voor een relatief sterke getijstroming door het Boomkensdiep, wat leidt tot structurele erosie van de Noordsvaarder. In het verleden liep de vaarroute Harlingen-Terschelling via de Vliestroom naar het Schuitengat. Door drempelvorming in het Schuitengat werd de vaarroute in de jaren negentig verlegd naar de Slenk. Momenteel verandert de oriëntatie van de aansluiting van de Slenk op het Schuitengat waardoor de Slenk een bochtiger verloop krijgt. De bank Engelschhoek vormt een scheiding tussen het Boomkensdiep/Schuitengat en de Vliestroom. Hoewel Engelschhoek naar het zuiden verplaatst, lijkt deze bank op korte termijn niet te verdwijnen omdat verwacht wordt dat hij in de toekomst wordt gevoed door een nieuwe bank. Sinds 2016 heeft het Schuitengat weer een verbinding met de Vliestroom via de Doorsteek. Dit gebied is echter zeer dynamisch, waardoor de toekomstige ontwikkelingen moeilijk te voorspellen zijn. De Doorsteek lijkt geen betrouwbare vaarroute te worden.
De beschrijving en inzichten uit deze studie geven een beeld van de ontwikkelingen van de eilandkoppen, onder invloed van ontwikkelingen op de buitendelta en in het bekken. Het wordt aanbevolen om de ontwikkeling van het drempelcomplex en de veranderingen rond de aansluiting tussen Slenk en Schuitengat nader te onderzoeken.
- Auteurs
- Beer, A. de, Vermeer, N., Elias, E., Löhr, J.
- Datum rapport
- 27 augustus 2024
- Uitgever
- Deltares
- Annotatie
-
In opdracht van Rijkswaterstaat, Water, Verkeer en Leefomgeving (RWS, WVL)
- Documentnummer
- 11210366-004-ZKS-0001