Evaluatie suppletiebehoefte Hondsbossche Duinen
Ter bescherming van de Noord-Hollandse kust zijn in 2015 de Hondsbossche Duinen (HBD) aangelegd. Bij de aanleg van het project is tevens een onderhoudscontract van 20 jaar afgesloten, dat loopt van 2015 tot 2035. Sinds 2015 wordt de kustlijn bij de HBD onderhouden middels zandsuppleties volgens dit contract. Vanaf 2035 zullen de HBD vallen onder het landelijke programma Kustlijnzorg en worden onderhouden volgens de kaders van dit programma. Rijkswaterstaat zal deze opdracht namens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vervullen. Gezien de verantwoordelijkheid vanaf 2035, wil Rijkswaterstaat goede basisinformatie over de te verwachten toekomstige suppletiebehoefte beschikbaar stellen. Hiermee kan op geïnformeerde wijze gekozen worden voor de nog vast te leggen doelstellingen voor het beheer en de wijze van onderhoud van de kust van de HBD met zandsuppleties. Specifiek is er aandacht voor het verwachte suppletievolume voor de instandhouding van de huidige kustlijn voor de komende 10 jaar.
Dit onderzoek is onderverdeeld in 1) een review van de studies die zijn uitgevoerd voor de Hondsbossche Duinen, 2) een analyse van de kustgegevens bij de HBD ten behoeve van informatie over historische veranderingen, en 3) een modelanalyse van de kustlijn, inclusief een fictief scenario met een teruggetrokken kustlijn.
Een bevinding uit het onderzoek is dat de meerderheid van de voor aanleg uitgevoerde studies een relatief lage 20-jarige suppletiebehoefte voorspelde voor de HBD, meestal lager dan 10 miljoen m3 sediment. De variatie in de onderhoudsinschattingen was vooral groot in de eerste studies die zijn uitgevoerd, terwijl de studies na aanleg een meer consistent beeld geven. Dit komt deels voort uit verschillen in de doelstellingen en kaders van de studies. Relevant voor toekomstige studies is het inzicht in het belang van de fysische processen. Ook wordt het aanbevolen dat er meer aandacht wordt besteed aan de kalibratiefase van modellen in de voorstudies en het opzetten van referentiestudies om te zorgen dat de feitelijke basis voor beslissingen over kustingrepen goed onderbouwd is.
De analyse van kustgegevens en met modellen doorgerekende toekomstige ontwikkelingen van de HBD geeft tussen 2025 en 2035 een verwachte suppletiebehoefte van 450.000 m3/jaar tot 750.000 m3/jaar. Deze onderhoudsinspanning is duidelijk groter dan het in de literatuurstudies/ontwerpfase geanticipeerde onderhoudsvolume. In totaal komt het onderhoud van de HBD over de periode van 2015 tot 2035 uit op 14 tot 17 miljoen m3 als de 2024-kustlijn als minimum kustlijn wordt gehandhaafd. Dit is inclusief het al reeds uitgevoerde onderhoud tot 2024 (3,2 miljoen m3) en het volumeverlies van de slijtlaag. De suppletiebehoefte zal ook in de jaren na 2035 naar verwachting binnen de in deze studie berekende marge (450.000 m3/jaar tot 750.000 m3/jaar) blijven. Uitstellen van onderhoud kan de suppletieopgave in de komende jaren verkleinen. Door het onderhoud twee jaar uit te stellen zal een additionele teruggang van de kustlijn van circa 50 meter optreden. Ook in deze situatie zal onderhoud middels suppleties nodig blijven. Verder geeft de analyse een verhouding voor de volumeverliezen vanaf de ondiepe kustzone en vooroever, op basis waarvan de ratio van strand- en vooroeversuppleties kan worden vastgesteld.