Suppletie Galgeplaat en Slikken van den Dortsman : plan van aanpak monitoring effecten op de nabijgelegen mosselkweekpercelen

Om de effecten van de zandhonger en zeespiegelstijging op het areaal intergetijdengebied in de Oosterschelde te bestrijden en om de functies van dit intergetijdengebied als foerageer- en rustgebied voor vogels en zeehonden voor de komende 25 jaar te behouden is Rijkswaterstaat van plan om in de winter van 2026/2027 suppleties uit te voeren op de Galgeplaat en de Slikken van den Dortsman. In totaal zal er ca. 3 miljoen m3 zand worden aangebracht, verdeeld over vijf deelsuppleties op de Galgeplaat en twee deelsuppleties op de Slikken van den Dortsman. Door zetting zal het volume afnemen tot ca 2.6 miljoen m3. De suppleties hebben een totaaloppervlakte van 261 ha. Het benodigde zand wordt verkregen uit het reguliere vaarwegonderhoud en uit zandwingebied Wemeldinge.

Langs de Galgeplaat en de Slikken van den Dortsman bevinden zich een groot aantal mosselpercelen, schelpdierverwaterpercelen en mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s). Mosselkwekers zijn bezorgd dat de aanleg en aanwezigheid van suppleties zal leiden tot schade aan en/of productieverlies van de percelen waardoor hun bedrijfsvoering kan worden geschaad. In een eerder uitgevoerde risico beoordeling zijn de risico’s voor de mosselkwekers in kaart gebracht op basis van het ontwerp van de suppleties en de ligging van de kweekpercelen en expert inschatting. Voorliggend monitoringsplan, dat is gebaseerd op de risico beoordeling, beschrijft de monitoringsactiviteiten die worden voorgesteld om eventuele negatieve effecten op de kweekpercelen te identificeren.

De monitoring zal inzicht geven in de ontwikkeling van de mosselpercelen vóór en na de aanleg van de suppleties. Het plan is om de monitoring in 2025 te starten om de situatie voor de werkzaamheden vast te leggen en door te laten lopen tot en met 2028 om de situatie na aanleg te volgen.

Datum rapport
1 maart 2025
Auteurs
Wijsman, J.W.M.
Uitgever
Wageningen Marine Research
Annotatie
In opdracht van Rijkswaterstaat NOVP, netwerkontwikkeling en planuitwerking
Documentnummer
Wageningen Marine Research rapport C016/25