Monitoring van temperatuur en zuurstof in de Gemeenschappelijke Maas : verkenning infraroodthermografie in relatie tot ecologische knelpunten en klimaatverandering
Met behulp van temperatuurloggers in de rivier blijkt het mogelijk te zijn om representatieve, integrale thermische kaarten te construeren van de Gemeenschappelijke Maas bij Borgharen en Meers op basis thermische dronebeelden.
In zowel de juni als juli tonen de thermische beelden en temperatuurloggers relatief grote temperatuurverschillen tussen ondiepe en snelstromende delen van de rivier. De watertemperatuur stijgt gedurende de dag, vooral in ondiepe, langzaam stromende delen, terwijl de hoofdstroom minder opwarmt.
De temperatuur in de ondiepe, stilstaande zones van de rivier kan daarbij oplopen tot 28 ºC (juli) en 32 ºC (juni). De sneller stromende hoofdstroom van de rivier blijft echter 3 - 5 ºC koeler en warmt op tot 25 ºC (juli) en 26 ºC (juni).
Tijdens het onderzoek blijken in op de meetdagen in juni en juli plotselinge toenames in de afvoer van de Maas bij Eijsden te resulteren in plotselinge, tijdelijke inundaties van ondiepe oeverzones in Borgharen. Na een abrupte waterstandverhoging van 40 – 50 cm blijkt de waterstand ook weer snel te dalen waarbij grote arealen ondiepe oeverzone weer droogvallen. Deze abrupte veranderingen in waterstand in de rivier bij Borgharen resulteren ook in veranderingen in de waterstroomsnelheid.
Tijdens een plotseling waterstandsverhoging neemt de gemiddelde stroomsnelheid van de rivier hierbij met 0,1 – 0,3 m sec-1 toe. In de verder stroomafwaarts gelegen locatie bij Meers zijn deze snel veranderende waterstanden en stroomsnelheden echter nauwelijks waargenomen. Zuurstofconcentraties in de Gemeenschappelijke Maas variëren sterk tussen dag en nacht. Gedurende de dag kan het zuurstofgehalte sterk toenemen (tot boven de 20 mg L-1), ’s-nachts kan de zuurstofconcentratie echter sterk dalen (tot zelfs onder 2 mg L-1). De range in zuurstofconcentraties is hierbij het hoogst op de meetlocatie in Borgharen.
Tenslotte blijken de thermische beelden in combinatie met temperatuurloggers een veel nauwkeuriger beeld van de temperatuurontwikkeling van de Gemeenschappelijke Maas te genereren dan op basis van de puntmetingen in de vaste RWS meetpunten Eijsden en stuw Borgharen geconstrueerd kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de zuurstofmetingen. De mate van opwarming en de verschillen in temperatuurtoenames tussen stromende en stilstaande habitats in de Gemeenschappelijke Maas zijn niet zichtbaar in de puntmetingen in de vaste RWS meetpunten. Evenzo zijn de grote verschillen tussen zuurstofconcentraties overdags en ’s nachts in de Gemeenschappelijke Maas niet zichtbaar in de meetreeks van zuurstof van het RWS meetpunt Eijsden.