Overgangen in (diepte)profielen van vaarwegen
In de Richtlijnen Vaarwegen zijn minimum eisen opgenomen ten aanzien van de afmetingen van vaarwegen, maar ontbreken nog eisen voor een (geleidelijk) verloop. Plotselinge overgangen in waterdiepte, breedte en/of stroomsnelheid kunnen echter leiden tot ongewenste situaties zoals hoge boeggolven, verminderde bestuurbaarheid en het (onder water) duiken van een schip.
In vervolg op een onderzoek voor een duiker voor de Geleenbeek over de bodem van een zeer diep gedeelte van het Julianakanaal, is de wens ontstaan om generieke ontwerprichtlijnen te ontwikkelen voor overgangen in (diepte) profielen van vaarwegen.
Het voor de Geleenbeek ontwikkelde rekenblad voor de methode Schijf en Van der Kaa is daartoe verder uitgewerkt voor generieke toepassing. Met het rekenblad zijn voor een groot aantal situaties berekeningen uitgevoerd. Daarbij is gezocht naar de mogelijkheid om de ontwerpcriteria uit te drukken in eenvoudige dimensieloze kengetallen.
De toegepaste rekenmethode is geverifieerd voor de bodemsprong in het Julianakanaal ter hoogte van de voormalige sluis Roosteren. Het verloop van de vaarsnelheid ter hoogte van de bodemsprong is daartoe berekend en vergeleken met de in AIS-data vastgelegde vaarsnelheid.
De resultaten van de studie zijn samengevat in een tekstvoorstel voor de Richtlijnen Vaarwegen met eenvoudig toepasbare vuistregels voor overgangen in (diepte)profielen van vaarwegen zonder stroom.