Analyse naar suppletie in de erosiekuil achter de vaste laag bij Nijmegen : maatregel 2 – Aanleg ‘Zandmotor-885’
De vaste laag in de Waal bij Nijmegen zorgt bij laag water voor problemen voor de scheepvaart. De vaste laag is niet vlak en benedenstrooms van de vaste laag is een diepe erosiekuil ontstaan. De erosiekuil veroorzaakt een abrupte overgang in de bodem wat lokaal, op de benedenstroomse rand van de vaste laag, een waterstandsverlaging veroorzaakt. Hierdoor is er bij laagwater veel overlast voor de scheepvaart.
Naar aanleiding van de laagwaterperiode in het najaar van 2018 heeft Rijkswaterstaat op 20 juni 2019 (IENW/BSK-2019/138834) opdracht gekregen van DGWB en DGLM om op korte termijn de bevaarbaarheid rondom de vaste laag Nijmegen (VLN) aan te pakken. Deze opdracht is gegeven vooruitlopend op het MIRT-project Integraal Rivier Management (IRM) dat over ca. 10 jaar een echt duurzame oplossing zal moeten gaan bieden. De opdracht bestaat uit drie afzonderlijke maatregelen:
- M1 - Afvlakken van de harde laag;
- M2 - Herinrichten van de erosiekuil VLN als Zandmotor-885;
- M3 - Zandsuppleties in kribvakken.
Maatregel 2: deze maatregel betreft het herinrichten van de erosiekuil stroomafwaarts van de vaste laag Nijmegen als Zandmotor 885, zie §1.2. Onderhavige analyse heeft betrekking op de werking van Maatregel 2.