De Minister van V&W heeft in juni 2008 bij de bespreking van de voortgang van de TN/MER fase 2 van de A4 Delft-Schiedam aan de Tweede Kamer toegezegd dat hij de variant “A4 met vaart” apart zou bekijken. Rijkswaterstaat heeft vervolgens een quick scan uitgevoerd naar de maakbaarheid en haalbaarheid van deze variant.
Het globaal verkeerskundig en technisch ontwerp voor de A4 met vaart, zoals geformuleerd in deze rapportage, is maakbaar.
De variant “A4 met vaart” scoort beter op milieuaspecten dan de IODS varianten, maar ten opzichte van de functionele eisen die het IODS convenant stelt voor dit trajectdeel biedt de “A4 met vaart“ geringe meerwaarde. Immers, de IODS varianten zullen ter hoogte van Midden - Delfland in principe voldoen aan de functionele eisen uit het convenant.
De meerkosten van de variant “A4 met vaart” bedragen rond de 500 miljoen € extra ten opzichte van de IODS varianten die in de TN/MER studie worden onderzocht. Ook de kosten voor beheer, onderhoud en exploitatie van de “A4 met vaart” liggen hoger dan die van de IODS varianten.
Indien de variant “A4 met vaart” wordt meegenomen in de TN/MER fase 2 en vervolgens wordt gekozen door de Minister als Standpunt, waarna de OTB fase begint, zal de totale vertraging ten opzichte van de huidige planning ongeveer 20 maanden zijn. Het Standpunt wordt dan juli 2010 en het Tracébesluit voorjaar 2012. Daarmee worden de mijlpalen van Randstad Urgent niet gehaald.