Differentiatie verkeersveiligheid spitsstroken
Rijkswaterstaat heeft onderzoek laten uitvoeren naar de relatie spitsstroken en verkeersveiligheid ten doel spitsstroken mee te laten wegen in de effectbepaling van en vergelijking tussen ontwerpalternatieven in beoordelingen van het verkeersveiligheidseffect. Er was onvoldoende inzicht in hoe een wegvak met spitsstrook scoort op verkeersveiligheid in vergelijking met een regulier wegvak met vluchtstrook. Dit inzicht is nodig om visie en beleid op te stellen en te zorgen voor een goede toepasbaarheid in de kaders en werkprocessen.
Trajecten met een spitsstrook rechts hebben in geopende toestand bij lage verkeersdrukte (I/C < 0,3) en hoge verkeersdrukte (I/C > 0,7) een aanzienlijk hoger verkeersveiligheidsrisico dan een reguliere autosnelweg met vluchtstrook bij gelijk aantal rijstroken. Bij gemiddelde verkeersdrukte (I/C tussen 0,3 en 0,7) is het ongevalsrisico beperkt hoger. Op trajecten met een spitsstrook links is bij lage verkeersdrukte (I/C < 0,3) in geopende toestand het ongevalsrisico significant hoger dan voor reguliere trajecten met gelijk aantal rijstroken. Bij gemiddelde en hoge verkeersdrukte (I/C > 0,3) is het ongevalsrisico beperkt hoger. Op spitsstrooktrajecten rechts is het ongevalsrisico rondom aansluitingen, zowel in geopende als gesloten toestand, hoger dan op reguliere wegtrajecten. Tevens kan worden geconcludeerd dat zwaar belaste wegvakken met spitsstroken onwenselijk zijn als mogelijke oplossing in planstudies en verkenningen, als na realisatie van de spitsstroken de I/C-verhouding groter dan 0,7 is.
Zwaar belaste trajecten met een spitsstrook rechts zouden daarnaast vanuit verkeersveiligheidsperspectief een hoge prioriteit moeten hebben voor ombouw naar trajecten met alleen reguliere rijstroken en een vluchtstrook.
In de aanbiedingsbrief van de Minister aan de Tweede Kamer d.d. 28 oktober 2015 voor het rapport Differentiatie Verkeersveiligheid Spitsstroken is, in lijn met bovenstaand voorwoord, opgenomen:
“In het vervolg zal ik als onderdeel van planstudieprojecten de conclusies van dit rapport meewegen bij een keuze voor spitsstroken. Dit geldt met name voor trajecten, waar ook na het realiseren van de capaciteitsuitbreiding (binnen relatief korte tijd) een hoge verkeersintensiteit wordt verwacht.”