Analyse van de verschillende methodes voor zoutafleiding van waterbeheerders in de Rijn-Maasmonding en de Zuidwestelijke Delta [memo]

Om een permanent beeld te hebben van de chloride concentraties in oppervlakte water meten veel waterbeheerders de geleidbaarheid en de temperatuur van hun waterlichamen. Vervolgens wordt er door middel van de gemeten geleidbaarheid en temperatuur van het water, de chlorideconcentratie berekend. Dit wordt ook wel chlorideafleiding of zoutafleiding genoemd. Op dit moment gebruiken alle waterbeheerders nog hun eigen methode voor zoutafleiding (die soms zelfs meetpunt specifiek is). Deze memo biedt een eerste inzicht in welke methodes voor zoutafleiding door verschillende waterbeheerders (Rijkswaterstaat en waterschappen) in de Rijn-Maasmonding en de Zuidwestelijke Delta worden gebruikt, en wat de consequentie van het gebruik van verschillende methodes is voor de chlorideconcentraties die worden berekend.

Het blijkt dat door het gebruik van verschillende methodes van zoutafleiding er bij eenzelfde gemeten gecorrigeerde geleidbaarheid een andere chlorideconcentratie wordt afgeleid. De verschillen in bepaalde chlorideconcentratie, bij eenzelfde gecorrigeerde geleidbaarheid, kunnen in de praktijk oplopen tot tientallen milligrammen per liter. In sommige gevallen hebben de verschillende waterbeheerders daadwerkelijk te maken met een andere watersamenstelling, en dus met een andere relatie tussen geleidbaarheid en chlorideconcentraties. In dergelijke gevallen is het volkomen juist om een andere methode van chlorideafleiding te gebruiken. Indien er echter sprake is van eenzelfde soort watersamenstelling is het gewenst dat de verschillen in de bepaalde chlorideconcentraties, met de verschillende methodes voor zoutafleiding, klein zijn.

Datum rapport
11 december 2023
Auteurs
Veen, N. van
Auteur
Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (RWS, WVL) ; Slim Watermanagement (RMM-VZM)
Uitgever
RWS, WVL
Annotatie
Het rapport is ontwikkeld binnen het programma Slim Watermanagement (RMM-VZM)