Risicomonitoring suppletie Roggenplaat : monitoring effecten van de suppletie op nabijgelegen mosselkweekpercelen

Om het, door de zandhonger veroorzaakte, verlies aan foerageergebied voor steltlopers in de Oosterschelde te compenseren is er in het najaar van 2019 een suppletie uitgevoerd op de Roggenplaat. In totaal zijn er 7 suppletie elementen gerealiseerd met een totaal volume van 1.13 miljoen m3. Omdat de suppleties zijn uitgevoerd in de nabijheid van mosselpercelen, welke behoren tot de beste percelen van de Oosterschelde, is er monitoring uitgevoerd om eventuele schade voor de mosselkwekers in kaart te brengen. Er zijn in de periode van april 2018 tot en met december 2021 maandelijks perceelbemonsteringen uitgevoerd op de percelen langs de Roggenplaat. Daarnaast zijn veilinggegevens geanalyseerd waarbij specifiek gekeken is of er effect is van de suppletiewerkzaamheden op de vleespercentages van de leveringen van de percelen langs de Roggenplaat. Ten slotte is er met steekbuizen en met onderwatercamera’s gekeken of grof zand, afkomstig van de suppleties, terug was te vinden op de percelen.
In totaal zijn er tijdens de onderzoeksperiode 34 keer perceelbemonsteringen uitgevoerd waarbij er in totaal 923 monsters zijn genomen met een 1-meter mosselkor. De monsters zijn direct aan boord en in het lab verwerkt en binnen 1 tot 2 dagen na bemonstering, per perceel, gerapporteerd aan de betreffende kweker. Hierdoor hadden de kwekers een actueel beeld van de ontwikkeling van de mosselen op hun eigen perceel. De resultaten van de monitoring laten zien dat mosselen aan de noordzijde van de Roggenplaat doorgaans groter zijn en een hoger vleespercentage hebben dan mosselen aan de zuidzijde van de Roggenplaat. De gemiddelde grootte van de mosselen en ook het gemiddelde vleespercentage varieert door het seizoen als gevolg van fluctuerende omgevingscondities (voedsel, temperatuur), voortplanting en de activiteiten van de kwekers (opvissen van consumptiemosselen en opnieuw inzaaien met halfwas mosselen). In de maanden juni tot september 2019 is er een hoog percentage peulen (doublet van schelpen) aangetroffen op de percelen wat een indicatie is voor grote sterfte. Deze sterfte kan niet worden toegediend aan de suppletiewerkzaamheden omdat het plaatsvond voor aanvang van de suppletiewerkzaamheden en ook op grote schaal is waargenomen in de rest van de Oosterschelde.
De veilingdata bevestigen het belang van de percelen rond de Roggenplaat voor de Nederlandse mosselkweek. Over de seizoenen 2000_2001 (seizoen loopt van 1 mei tot en met 30 april) tot en met 2021_2022 is gemiddeld 16.8% (4.2 miljoen kg) van de totale mosselproductie in de Oosterschelde afkomstig van de percelen rond de Roggenplaat. De percelen in de monding van het Middengeultje, aan de noordzijde van de Roggenplaat (perceelblok 3), zijn nog niet zo lang in gebruik maar zijn sinds seizoen 2011_2012 goed voor ruim 30% van de totale mosselaanvoer van de percelen rond de Roggenplaat. Over de periode 2010 tot 2021 behoren de mosselen van dit perceelblok met een gemiddeld vleespercentage van 29.3% tot de beste van alle percelen in de Oosterschelde. In het algemeen zijn de vleespercentages van de mosselen van de percelen westelijk van de Zeelandbrug in de 2 jaar na de uitvoering van de suppleties hoger dan gemiddeld in de 5 jaar voor de suppletie. Dit komt voornamelijk door het extreem goede seizoen 2021_2022 met een gemiddeld vleespercentage van 31.3%. De verandering in vleespercentage van de mosselen aan de noordzijde van de Roggenplaat voor en na de suppletie is niet anders dan de rest van de Hammen percelen. Aan de zuidzijde van de Roggenplaat zijn de vleespercentages na de suppletie sterker toegenomen dan de overige percelen in het Hammen gebied (westelijk van de Zeelandbrug).
De monitoring met steekbuizen en onderwatercamera zijn beperkt in ruimte en tijd uitgevoerd. Daarnaast was een groot deel van de onderwaterbeelden niet geschikt voor analyse vanwege de troebelheid van het water. De verzamelde resultaten geven geen duidelijke aanwijzingen van de aanwezigheid van (grof) zand, dat afkomstig kan zijn van de suppletie, op de percelen. De resultaten van monitoring die is uitgevoerd en gepresenteerd in deze rapportage laten geen aanwijzingen zien die wijzen op schade door de aanleg van de Roggenplaatsuppleties op de omliggende mosselpercelen.
Datum rapport
1 april 2023
Auteurs
Wijsman, J.W.M.
Auteur
Wageningen University & Research (WUR) ; Wageningen Marine Research (WMR)
Uitgever
WUR
Annotatie
In opdracht van Rijkswaterstaat, Zee en Delta (RWS, ZD)
Documentnummer
WMR rapport C014/23