Prognose baggerinspanning op korte en lange termijn in het Westgat
De huidige geulen tussen het kombergingsgebied van de Zoutkamperlaag en de Noordzee zijn ondieper dan de streefdiepte voor vaargeulen van -5 m NAP. Rijkswaterstaat is geïnteresseerd in de mogelijkheid om het Westgat op voldoende diepte te brengen en te houden. De eerste fase en de voorliggende studie moeten hieraan bijdragen. Uit de eerste fase van deze studie (Oost et al. 2015) is gebleken dat van de drie aanwezige geulen de noordelijke de meest kansrijke is voor een eventuele verdieping.
In deze studie is onderzocht hoe groot het baggerbezwaar op korte en lange termijn naar verwacht kan worden. Hierbij is gebruik gemaakt van de beheerslodingen zoals die ook in fase 1 zijn gebruikt en zijn varianten van een mogelijke vaargeul onderzocht met dieptes van -5; -5,5 en -6 m NAP en breedtes van 100; 120; 150 en 170 m, voor alle drie de mogelijke geulen (noord, midden en zuid). De resultaten van deze studie bevestigen dat de noordelijke geul zowel qua ontwikkeling van de drempel als de grootschalige dynamiek het meest geschikt is voor een eventuele vaargeul.