Onderzoek concretisering mate van nuttige toepassing
Binnen een Circulaire Economie willen we dat afvalstoffen zo hoogwaardig mogelijk worden verwerkt. Dit betekent ook dat export van Nederlands afval moet worden voorkomen wanneer de verwerking in het buitenland minder hoogwaardig is dan bij verwerking in Nederland het geval zou zijn geweest en dat import van afval moet worden voorkomen wanneer de verwerking in het land van herkomst hoogwaardiger zou zijn dan in Nederland. De Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) kent hiervoor de mogelijkheid om bezwaar tegen import of export te maken wanneer ‘de mate van nuttige toepassing de overbrenging niet rechtvaardigt’.
Het huidige Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) benoemt in een deel van de sectorplannen specifiek de mate van nuttige toepassing in het beoordelingskader voor grensoverschrijdend transport van afvalstoffen. Doel van voorliggende studie is om “de mate van nuttige toepassing” voor meer stromen uit te werken, waar mogelijk meer specifiek te maken en in het LAP vaak het geval is en af te stemmen op de meest recente ontwikkelingen op het gebied van verwerking van afvalstoffen. In het rapport worden op basis van de sectorplannen van LAP3 afvalstromen geselecteerd waarvoor ‘de mate van nuttige toepassing mogelijk relevant kan zijn’. Vervolgens worden voor al deze stromen de afbakening van de stroom, de minimumstandaard uit het LAP, de beschikbare verwerkingsroutes, de beschikbare verwerkingscapaciteit en de mate van nuttige toepassing uitgewerkt. Het rapport zal worden betrokken bij het opstellen van de opvolger van LAP3 – het Circulair materialenplan.
- Datum rapport
- 1 december 2022
- Uitgever
- Royal HaskoningDHV
- Annotatie
-
In opdracht van Rijkswaterstaat Leefomgeving
- Documentnummer
- BI5803-RHD-ZZ-XX-RP-Z-0001 BI5803I&BRP001F01