Het verloop van de ontzilting van de drooggevallen zandgronden in het Grevelingenbekken : concept
Door de afsluiting van het Grevelingenbekken van de Noordzee op 3 mei 1971 is een binnenmeer ontstaan met een oppervlakte van ca. 14.000 ha. Bij het vastgestelde waterpeil van 0,20 m-N.A.P. vallen ongeveer 3000 ha voormalig buitendijks gelegen gronden permanent droog. Deze gronden zijn alle min of meer stuifgevoelig. Het inzaaien van een graan-gras mengsel moet dit gebied conserveren. Omdat de zandgronden tot de afsluiting tweemaal per dag werden overspoeld door zeewater moest met de inzaai van dit zgn. stuifmengsel worden gewacht tot ontzilting van de bovengrond was opgetreden. Ontzilting is afhankelijk van klimatologische, bodemkundige (bodemgesteldheid) en hydrologische omstandigheden. Deze bepalen zowel de mate als de snelheid van ontzilting.
- Datum rapport
- 1 januari 1974
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat], Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP); [C. Deelman
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RWS, RIJP).
- Annotatie
-
15 p.
tab.
(Werkdocument / RIJP ; 1974-154 Bbw) - Documentnummer
- 189272