Integraal ontwerpen onder de Omgevingswet

De Omgevingswet brengt nieuw beleid met zich mee dat ingaat op hoe ruimtelijke projecten moeten worden vormgegeven. Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt Rijkswegen en is verantwoordelijk voor de (nadelige) effecten op de fysieke leefomgeving door veranderingen in bronkenmerken. De afdeling WVL-Geluid zorgt voor de handhaving en naleving op beleid dat is opgesteld om inwoners van Nederland te beschermen tegen geluid afkomstig van rijkswegen. De Omgevingswet vraagt echter om een integrale afweging met een prioritering van de fysieke leefomgeving, gezondheid en participatie. Dit moet dan ook worden doorvertaald in de ruimtelijke projecten en werkzaamheden van WVL-Geluid. Daarvoor is meer nodig dan alleen het actualiseren van technische instrumenten. Om dat vraagstuk op te lossen is in dit onderzoek ingegaan op de vraag: Hoe kan het team geluid (WVL) haar instrumenten aanpassen om Rijkswaterstaat te helpen integraal te ontwerpen op basis van het nieuwe beleid van de Omgevingswet?
Om het vraagstuk op te lossen is eerst het beleid van de Omgevingswet uitgediept aan de hand van beleidsstukken. Daarna is ingegaan op de instrumenten van WVL-Geluid, hoe ze werken en hoe ze ingezet worden bij ruimtelijke projecten. Daarbij zijn inzichten van experts en geluidsadviseurs gebruikt en de instrumenten met bijbehorende rapporten bekeken. Na de instrumenten is ingegaan op een drietal ruimtelijke projecten, waarbij rapporten, geluidsonderzoeken en de participatie is beschouwd. Daarover is ook het gesprek aangegaan met regioadviseurs en omgevingsmanagers. Uit deze input is een advies opgesteld, die vervolgens is getoetst bij adviseurs van WVL en de Regio’s.
Uit het onderzoek is gebleken dat de aanpassingen die nu worden gedaan aan de technische en beleidsinstrumenten niet voldoende zijn om aan het beleid van de Omgevingswet te voldoen. Het beschouwen van de ruimtelijke projecten heeft laten zien hoe een integrale afweging kan worden vormgegeven. Zo is gebleken dat een uitgebreide participatie in de voorfase, het onderzoeken van meekoppelkansen en samenwerken met andere partijen positief zijn voor een integrale afweging.