Stromingsgedrag groutinjectie Delft Cluster

Tussen de betonnen elementen van een geboorde tunnel en de grond wordt grout aangebracht. De manier waarop grout wordt aangebracht, bepaalt de drukverdeling in de grout. Deze drukverdeling is van belang om maaiveldzakkingen te beheersen en om de belasting op de tunnelelementen te beperken. Er zijn twee sterk verschillende typen grout beschouwd: conventionele één-component grout (mortel) en een chemische twee-componenten grout. Het stromingsgedrag van grouts is gecompliceerd en afhankelijk van vele factoren. Het is niet mogelijk alle aspecten met één proefneming te onderzoeken. Door middel van kleinschalige tests zijn, ter oriëntering, verscheidene stromingseigenschappen van de grout onderzocht. Om de stromingsweerstand van de groutstroming in de staartspleet te bepalen zijn er groutstroming experimenten uitgevoerd onder condities welke zo veel mogelijk overeenkomen met de stromingscondities in de staartspleet. Er is een rekenmodel voor de stroming van grout in de staartspleet opgesteld. Het model berekent de drukverdeling in een gebied omvattende de volledige omtrek van de tunnellining over een lengte van één of meer tunnelringsegmenten aansluitend aan de achterzijde van de TBM. Het model is tweedimensionaal: de snelheidsverdeling in langs- en tangentiale richting wordt berekend. Invoerparameters van het model zijn, spleethoogte, tunneldiameter, voortgangssnelheid van de TBM, het aantal en de locatie van de injectiepunten, Binghamse reologieparameters van de grout, en hoe deze in de tijd veranderen door hydratatie en cementatie. Dit onderzoek heeft uitgewezen wat bepalend is voor de drukverdeling in de grout.

Datum rapport
1 februari 2002
Auteurs
Aanen, L., Talmon, A.M., Zon, W.H. van der
Auteur
A.M. Talmon ; L. Aanen ; W.H. van der Zon ; Waterloopkundig Laboratorium (WL) ; GeoDelft
Uitgever
Delft Cluster.
Annotatie
83 p.
bijl. ill.
Documentnummer
368361