Monitoring van de effecten van de verruiming 48' / 43' : MOVE eindrapport 2006
Nederland is in 1995 met Vlaanderen overeengekomen de vaarweg van de Westerschelde te verruimen. Deze verruiming, kortweg verruiming 48?/43? genoemd, houdt in dat schepen met een maximale diepgang van 48 voet in één getij Antwerpen kunnen bereiken en schepen met een maximale diepgang van 43 voet in één getij de Westerschelde kunnen afvaren. Schepen tot een diepgang van 38 voet kunnen onafhankelijk van het getij de Westerschelde op- en afvaren (1 voet is 0,3 meter). Nederland heeft tevens besloten de ontwikkelingen van de Westerschelde na de verruiming tien jaar te volgen met als doel ?de omvang van de gevolgen van de verdieping voor de Westerschelde en het mondingsgebied te leren kennen en vast te leggen en het beheer daarop te kunnen aanpassen?. Dit rapport is de evaluatie van deze tien jaar MOnitoring VErruiming (MOVE). Op basis van een kwalitatieve gedachtegang, vastgelegd in de studie OOSTWEST, over de mogelijke ontwikkeling van de Westerschelde na de verruiming 48?/43?, zijn de te verwachten ontwikkelingen van de belangrijkste parameters op het gebied van fysica, biologie en chemie beschreven. De verwachtingen voor de verschillende parameters zijn omgezet in toetsbare hypothesen. De hypothesen zijn gebruikt als middel voor het beschrijven van de ontwikkeling van de Westerschelde in de afgelopen tien jaar. Deze indrapportage richt zich vooral op de verandering die is opgetreden in de ontwikkeling van de belangrijkste fysische, biologische en chemische parameters in de tien jaar ná de verruiming 48?/43? in vergelijking met de ontwikkeling in de tien jaar vóór de verruiming 48?/43?.