Validatieonderzoek PAK detectormethode
Beschrijft een onderzoek uitgevoerd naar de prestaties van PAK-detectoren, zoals die veelvuldig worden gebruikt voor een grove screening van asfalt op de aanwezigheid van teer. Probleemstelling In de markt bestaat behoefte aan een goede eenduidige beschrijving van het gebruik van PAKdetectoren. Deze proeven moeten volgens CROW- publicatie 210 “Omgaan met vrijkomend asfalt”, onder accreditatie worden uitgevoerd maar er is geen vrij verkrijgbaar document meer op de markt, waarin het gebruik van de PAK-detectormethode wordt beschreven. Ook is niet duidelijk of de op de markt verkrijgbare PAK-detectoren voldoen aan de verwachtingen en of ze vergelijkbare resultaten opleveren. Doelstellingen Bepalen of de verkrijgbare PAK-detectoren geschikt zijn voor de screening van asfalt op de aanwezigheid van teer. Bepalen van de waarnemingsgrens (prestatiekenmerken) van de PAK-detectoren. Ontwikkelen van een methode voor 2e- en 3e-lijnscontrole op de PAK-detectorproef. Resultaten Dit onderzoek heeft geleidt tot een methodiek voor het vervaardigen van asfaltmengsels met een bekend PAK(10)-gehalte aan de hand waarvan de prestatiekenmerken van de verschillende PAK-detectoren kunnen worden vastgesteld. Daarmee kan de kwaliteit van de geleverde PAK-detectoren door middel van ingangscontrole geverifieerd worden. Geschiktheid voor screening op de aanwezigheid van teerhoudend asfalt Uit dit onderzoek is gebleken, dat de onderzochte batch van de PAK detector B een goede scheiding mogelijk maakt tussen asfaltmengsels met lage en hoge PAK(10)-gehalten. Slechts een klein percentage van 10 tot 20% van de waarnemingen heeft bij teervrij asfalt (PAK(10) ? 75 mg/kg,ds) geleidt tot de kwalificatie “teerhoudend”, waardoor ten onrechte teervrij asfalt als teerhoudend asfalt zou moeten worden verwerkt. Met de onderzochte batch van de PAK detector A werd circa 40% van teervrije asfaltmengsels ten onrechte als teerhoudend aangemerkt. Er kan daardoor onvoldoende onderscheid worden gemaakt tussen “mogelijk teervrije” en teerhoudende asfaltmengsels. Daardoor is de onderzochte batch van PAK detector A niet geschikt voor de screening van asfalt op de aanwezigheid van teerhoudende lagen. In de praktijk van de wegenbouw leidt een ten onrechte als teerhoudend aangemerkte laag tot extra kosten, omdat dit feitelijk schone materiaal moet worden gereinigd op grond van de uitslag van de PAK-detectortest, omdat er in zo’n geval geen nader onderzoek wordt uitgevoerd. Eventueel onterecht als “mogelijk teervij” aanmerken van een laag asfalt heeft geen directe consequenties, omdat deze lagen altijd nader onderzocht moeten worden en in de nauwkeuriger vervolgstap zullen de teerhoudende lagen worden opgespoord. e110377601 pagina 5 van 20 Prestatiekenmerken c.q. waarnemingsgrens Voor dit onderzoek is de waarnemingsgrens gedefinieerd als: De in een interlaboratorium validatieonderzoek vastgestelde concentratie van PAK(10) teruggerekend naar het product asfalt, waarbij 80% van de laboranten een monster asfalt met ca. 5% bitumen de kwalificatie “teerhoudend” (=fluorescentie waarneembaar) geeft. Dit onderzoek heeft bevestigd, dat de waarnemingsgrens van de in het onderzoek betrokken batch van de PAK detector B ongeveer bij een PAK(10)-gehalte van 250 mg/kg,ds ligt. Tevens is in dit onderzoek vastgesteld, dat de waarnemingsgrens van de in het onderzoek betrokken batch van de PAK detector A niet is vast te stellen. Kwaliteitsborging De ontwikkelde methode voor het maken van bitumen/teermengsels en asfaltplaatjes is gebleken goed bruikbaar te zijn voor ringonderzoeken en voor interne verificatie / ingangscontrole op de PAK-detector. De conclusies van dit rapport hebben alleen betrekking op de in het onderzoek betrokken batches waaruit de PAK-detectoren afkomstig waren.