Geavanceerde toetsing gezette bekledingen, casestudies langs Westerschelde : versie 2

De mogelijkheden om te komen tot een geavanceerde toetsing van taludbekledingen op 3 locaties langs de Westerschelde (één bij Borssele en twee bij Griete) zijn onderzocht. Gebleken is dat op alle drie locaties zowel toplaag als onderlaag sterk was ingezand, waardoor de doorlatendheid laag was. Eén van de locaties was gelegen op een dijk met een oude kleikern. De klei van deze kern bleek goed erosiebestendig. De kleilagen van ongeveer 0,8 m, die op op de overige plaatsen op het zand zijn aangebracht, bleken niet erosiebestendig.
Geconcludeerd is dat de beschikbare rekenmethoden onvoldoende zijn gevalideerd voor deze situaties. Wanneer echter deze methoden toch worden gebruikt voor de hier beschouwde zettingen dan blijken de blokken op klei zeker onveilig. Bij de blokken op filter (locatie Borssele) en basalt op filter (Griete) lijkt met enige aanpassing een veilige constructie mogelijk.
Als eerste stap om tot voldoende gevalideerde rekenmethoden te komen wordt onderzoek naar de schademechanismen voorgesteld voor de in dit onderzoek gevonden ingezande constructies.

Datum rapport
1 juli 1998
Auteurs
Bezuijen, A., Stoutjesdijk, T.P.
Auteur
A. Bezuijen, T.P. Stoutjesdijk; Grondmechanica Delft
Uitgever
Grondmechanica Delft.
Annotatie
26 p. [+ ongenummerde bijl.]
Bijl., fig., graf., krt.
Met lit.opg.
Rapportnr. CO-378340/15
In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg-en Waterbouwkunde (RWS, DWW)
Documentnummer
373490