Grasdijken : analyse meetresultaten grootschalig modelonderzoek

In 1992 werd voor een modelonderzoek op prototypeschaal verricht naar de stabiliteit van een grasmat onder golfbelasting. Uit een zeedijk met een helling 1:4 bij het Friese Blija werden graszoden gestoken en onder dezelfde helling weer ingebouwd in de Deltagoot van WL. Er zijn zeven proeven uitgevoerd, waarvan twee daadwerkelijk betrekking hadden op erosie. Deze beide proeven werden uitgevoerd met onregelmatige golven. Bij de overige vijf proeven met zowel regelmatige als onregelmatige golven lag de nadruk op de waterbeweging op het grastalud. De golfhoogten varieerden van 0,30 m tot 1,45 m. De erosie snelheid is gemeten door de vervorming van het talud in detail te peilen. Van de waterbeweging is geregistreerd de golfoploop, de watersnelheden in oploop en neerloop, de laagdikte, en de drukklappen. Het verslag heeft betrekking op de verwerking en analyse van de erosiemetingen en de verkregen gegevens over de waterbeweging op het talud. In een afzonderlijk meetverslag (Smith, 119) zijn de proeven beschreven, terwijl ook golfoverslag en reststerkte is geanalyseerd. De analyse van de graserosiemetingen heeft geresulteerd in een praktisch bruikbare formule om de erosiesnelheid van grasbekledingen te voorspellen. De analyse van de waterbeweging op het talud heeft geresulteerd in waarden voor de golfoploop op gras van 0,81 (regelmatige golven) en 0,63 (onregelmatige golven) ten opzichte van een glad talud.

Datum rapport
1 september 1998
Auteurs
Meijer, D.G., Verheij, H.J.
Auteur
D.G. Meijer en H.J. Verheij; Waterloopkundig Laboratorium
Uitgever
WL|Delft Hydraulics.
Annotatie
verschillende pag.
fig., tab.
WL Q1584. - In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW), projectbegeleider J.J.W. Seijffert
Documentnummer
65882