Flexibel storten voor het fysisch en ecologisch systeem van de Westerschelde : definitiestudie en verkenning van mogelijkheden
Nederland en Vlaanderen hebben in de Ontwikkelingsschets 2010 aangegeven dat bij de verruiming van de vaargeul een strategie van flexibel storten zal worden toegepast voor behoud en versterking van het meergeulenstelsel en het ecosysteem in de Westerschelde. Om hier invulling aan te geven is de strategie van flexibel storten opgenomen in de alternatieven die in de m.e.r. verruiming zullen worden onderzocht. Over de definitie, doelstelling, uitvoering en mogelijkheden van het flexibel storten bestaan uiteenlopende beelden en meningen. RWS Zeeland heeft RIKZ daarom gevraagd om de strategie van flexibel storten nader te definiëren en de mogelijkheden en beperkingen vanuit fysisch en ecologisch perspectief te verkennen. De definiëring en verkenning is uitgevoerd aan de hand van twee workshops met Nederlandse en Vlaamse deskundigen. Op basis daarvan worden voorstellen gedaan voor een nadere definitie van flexibel storten, voor afbakening en voor onderdelen van de besluitvormingsprocedure voor het aanpassen van stortlocaties. Aangegeven wordt welke onderwerpen nader dienen te worden uitgewerkt om de strategie te kunnen operationaliseren. Voorts is een inventarisatie uitgevoerd van de problemen in het huidige beheer en bij de huidige wijze van storten. Aan de hand daarvan is kort verkend of de keuze van andere stortlocaties tot oplossingen leidt. De voorstellen kunnen worden gebruikt voor het opnemen van flexibel storten in de alternatieven die in de m.e.r. worden onderzocht. Een belangrijke conclusie is dat deskundigen en stake holders gezamenlijk en van te voren criteria moeten vaststellen voor de keuze om al of niet van stortlocatie te veranderen. Het uitblijven van een gedragen en concrete beschrijving van welke kenmerken van het fysische systeem het behouden waard zijn zal het besluitvormingsproces sterk bemoeilijken. Verder wordt aanbevolen snel te onderzoeken of flexibel storten kan fungeren als mitigerende maatregel vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn, ondanks onzekerheid over de effectiviteit van flexibel storten als mitigerende maatregel. Voorgesteld wordt om de onzekerheden te beperken door te focussen op onomstreden, ecologische doelen, snel te beginnen zodat al in een vroeg stadium inzicht in de effectiviteit kan ontstaan en om pilots uit te voeren.Tenslotte worden een aantal belangrijke kennisleemtes en onzekerheden aangegeven.