Veerkracht in het Nederlandse kustbeleid : operationalisering en toepassing van de morfologische veerkrachtmeter

Met dit onderzoek is een uitwerking gegeven aan het begrip veerkracht dat in verschillende beleidsnota's thans figureert. Deze uitwerking is specifiek voor kusten en richt zich daarbinnen uitsluitend op het morfologische gedrag. Voor de in eerdere onderzoeken ontwikkelde veerkrachtmeter is een rekenprocedure in GIS ontwikkeld waarmee op een snelle en eenduidige wijze de veerkracht van een willekeurig kustvak kan worden bepaald. Uit de berekeningen van de veerkracht langs de kust van Egmond tot Camperduin blijkt dat het effect van bebouwing zeer groot kan zijn. Wordt er sterk rekening gehouden met de ruimtelijke 'uitstraling' van bebouwingskernen dan neemt de veerkracht zelfs dramatisch af. Hierbij vallen andere effecten, zoals verschillen in de keuze van parameters (hellingshoek en diepte sluitingsprofiel) en die van andere functies (in dit geval) in het niet. Bij de berekening van de veerkracht voor de gehele Nederlandse kust valt met name het grote verschil op tussen een meting met en zonder bebouwing. De veerkracht langs de gehele kust ligt met bebouwing nagenoeg onder de l0 en bereikt op diverse kustvakken zeer lage waarden, in tegenstelling tot de veerkracht zonder bebouwing, die dan voor 5 kustvakken groter dan 10 is. In deze studie is bewust gekozen voor een dynamiek over een betrekkelijk korte tijdspanne (gemiddelde veranderingen in de duinvoetpositie over een voortschrijdende periode van 5 jaar, gemeten over de afgelopen 150 jaar). Wanneer men grotere tijdsperioden wilt gebruiken vereist dat een nadere analyse van de historische data van de JARKUS-raaien. Ook vereist dit een betere omschrijving hoe het beleid wenst om te gaan met deze langjariger dynamiek in de kustzone. Naast deze discussie omtrent de te hanteren tijdschaal verdient ook het omgaan met veerkracht in langsrichting nadere studie. Met de huidige veerkrachtmeter is gebleken dat het goed mogelijk is op een geformaliseerde wijze een uitspraak te doen omtrent de verhouding buffer en dynamiek. Het herstelvermogen van de kust is daarmee echter nog niet geheel bevredigend in beeld te brengen. Verwacht mag worden dat hiervoor ook andere toestands-indicatoren van de kust een rol zullen spelen.

Datum rapport
1 februari 2000
Auteurs
Baan, P.J.A., Baptist, M.J., Boot, G., Marchand, M.
Auteur
M. Marchand, P.J.A. Baan, G. Boot, M.J. Baptist; WL|Delft Hydraulics
Uitgever
WL|Delft Hydraulics.
Annotatie
[59] p.
In opdracht van RWS, RIKZ
bijl., ill.
Documentnummer
634438