Economische betekenis van Nederlandse zeehavens 1999/2000 : ten behoeve van Havenmonitor 2000

Onderzoekt de economische betekenis van de zeehavens in 1999/2000 en de ontwikkeling terzake tussen 1996 en 2000, uitgedrukt in toegevoegde waarde en werkgelegenheid in als maritiem aangeduide sectoren in de door de Nationale Havenraad aangeduide zeehavengebieden (Rijn- en Maasmond, Scheldebekken, Noordelijke zeehavens, Noordzeekanaalgebied, Scheveningen). Tevens wordt ingegaan op de daarmee samenhangende indirecte toegevoegde waarde en indirecte werkgelegenheid. De totale toegevoegde waarde heeft zich in de afgelopen jaren gunstig ontwikkeld, al blijft de groei enigszins achter bij de nationale groei. De achterblijvende ontwikkeling geldt in sterkere mate voor de werkgelegenheid in de zeehavens. De indirecte economische betekenis groeit sneller dan de directe economische betekenis. Oorzaken hiervan zijn onder meer de stijging van de arbeidsproductiviteit, uitbesteding van activiteiten aan bedrijven in niet-maritieme sectoren, sterkere groei in die sectoren die vaak niet vallen binnen de afbakening van maritieme activiteiten zoals die in dit onderzoek gebruikt is, en ruimtelijke deconcentratie.

Datum rapport
1 januari 2001
Auteurs
Boeckhout, I.J., Gesink, J., Haselen, H.W.J. van
Auteur
I.J. Boeckhout, J. Gesink, H.W.J. van Haselen; NEI
Uitgever
NEI.
Annotatie
xi, 68 p. 
fig., tab., bijl.
In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer (RWS, AVV) namens het Directoraat-Generaal Goederenvervoer (DGG) en de Nationale Havenraad (NHR)
Met management summary en samenvatting
Documentnummer
192550