Slibtransport in de Brabantse Biesbosch : Modelberekeningen, expert advies en beheersadvies van morfologische ontwikkelingen na aanleg van Ruimte voor de Rivier maatregel De Noordwaard

In het kader van de PKB “Ruimte voor de Rivier” worden verschillende maatregelen uitgevoerd om de waterstanden in het rivierengebied tijdens maatgevend hoogwater te verlagen. Eén van die maatregelen is het plan Ontpoldering Noordwaard. Het is de bedoeling dat delen van de Noordwaard gaan meestromen tijdens hoogwater. Hiertoe krijgt de polder Noordwaard een andere inrichting en worden oude bestaande geulpatronen weer in gebruik genomen. Het is de bedoeling dat uiterlijk in 2015 de Noordwaard meestromend is gemaakt. Het water dat ten gevolge van hoge waterstanden vanuit de Nieuwe Merwede de Noordwaard instroomt, zal via de zuidzijde het gebied weer uitstromen. Dit heeft tot gevolg dat de geulen in de Brabantse Biesbosch meer water te verwerken krijgen en dat de stroomsnelheden zullen toenemen. Een toename van stroomsnelheid kan vervolgens leiden tot een toename van het sedimenttransport en mogelijk erosie van de geulen. De geulen in de Brabantse Biesbosch zijn in een eerder stadium al onderworpen aan een bodemonderzoek (De Straat, 2004). Hieruit is gebleken dat het sediment op veel locaties verontreinigd is. De kans bestaat dat ten gevolge van het plan Noordwaard dit verontreinigde materiaal in het water terechtkomt en zich zal verspreiden over een groter gebied. Vanwege de verontreinigingen in het sediment is door RWS-ZH ervoor gekozen om een Nader Onderzoek Brabantse Biesbosch uit te voeren dat start in 2008. Voorliggend rapport geldt als startpunt voor een deel van dit Nader Onderzoek. Een deel van de risicoanalyse uit het Nader Onderzoek (risicospoor oppervlaktewater) wordt al in dit rapport besproken. In voorliggend rapport wordt geanalyseerd of en in welke situaties erosie en transport van verontreinigd materiaal kan gaan optreden en of dit kan leiden tot onaanvaardbare risico’s m.b.t. verspreiding via oppervlaktewater.