Achterlandstudie Maeslantkering : consequenties voor toetsresultaten achterliggende waterkeringen in de Rijn-Maasmonding
Hoofdstuk 2 Beschrijft het gedeelte van de Rijn-Maasmonding dat wordt beïnvloed door de faalkans van de Maeslantkering. Er worden vragen beantwoord als "welke dijkringen en riviertakken worden onderzocht", "welke dijkvakken en kunstwerken zijn meegenomen" en "wat staat in de LRT over deze dijkringen geschreven". Hoofdstuk 3 Beschrijft de onderzoeksmethode op hoofdlijnen. Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de notities van de deelonderzoeken in de bijlagen bij dit rapport. Hoofdstuk 4 Beschrijft per toetsspoor de bevindingen van de deelonderzoeken. In deze rapportage wordt in eerste instantie ingegaan op de effectbepaling voor een 1/100 faalkans van de Maeslantkering. De resultaten van een faalkans van 1/50 en 1/200 wordt in de notities in de bijlagen beschreven. Hoofdstuk 5 In dit hoofdstuk worden feitelijke conclusies opgesomd, oftewel hoeveel extra onvoldoende dijken en kunstwerken zijn te verwachten, waar bevinden ze zich en op welke toetssporen zijn deze onvoldoendes ontstaan.
- Datum rapport
- 31 augustus 1996
- Auteur
- M. Leewis, I. de Jongh ; Arcadis
- Uitgever
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland (RWS, ZH).
- Annotatie
-
85 p.
Met losse bijl.
ill.
In opdr. van W. Bijl, RWS, ZH
Met lit.opg.
Rapport RWS-ZH/AP/2006/05
ISBN: 9036948339 - Documentnummer
- 428072