Tweekleppigen in de randmeren : bemonstering 2013

Kader: Zoetwater mosselen (Dreissena spp.) en andere tweekleppigen vormen een belangrijke voedselbron voor watervogels en kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een goede waterkwaliteit. Met periodiek monitoringsonderzoek volgt Rijkswaterstaat de toestand en de ontwikkeling van de populatie tweekleppigen in de Randmeren. Aanpak: In oktober 2013 zijn alle 182 vaste monsterpunten in de Randmeren bemonsterd. Ondiepe locaties zijn bemonsterd met een steekbuis, de diepe locaties door een duiker met een bodemschep. De monsters zijn binnen 24 uur in verse toestand in het laboratorium geanalyseerd. Vervolgens zijn de monsters ingevroren om later de aanvullende parameters te bepalen: lengte-frequentie en biomassa (asvrijdrooggewicht). Aan de hand van lengte-frequentie verdelingen en daartoe speciaal ontwikkelde formules zijn filtratiecapaciteitsberekeningen uitgevoerd zowel van driehoeks- als quaggamosselen. Belangrijkste resultaten Dichtheden: In de meeste Randmeren (uitzondering Vossemeer en Drontermeer) zijn de dichtheden van de driehoeksmossel (D. polymorpha) in 2013 afgenomen ten opzichte van 2008 en zijn de dichtheden nu historisch laag. De quaggamossel (D. bugensis) is daarentegen in de meeste meren sterk toegenomen (uitzondering Vossemeer). De toename van quaggamosselen zorgt voor een historisch hoogtepunt van de totale dichtheid van Dreissena spp. in bijna alle meren. Van de overige tweekleppigen is de korfmossel de belangrijkste soort in verspreiding en dichtheden. De korfmosselen nemen in alle meren af. Reproductie: De dominante aanwezigheid van kleine driehoeks- en quaggamosselen (< 7mm) in bijna alle meren indiceert een goede reproductie van beide soorten in 2013. Uitzondering hierop is het Ketelmeer. Filtratiecapaciteit: De minimaal benodigde filtratiecapaciteit om de algenbloei te beperken (van 33% van het watervolume per dag), werd in 2013 gehaald in 7 van de 10 meren (wanneer de quagga meegerekend wordt): het Nijkerkernauw, Eemmeer, Gooimeer, Veluwemeer, Wolderwijd, Zwarte Meer en Ketelmeer. De benodigde filtratiecapaciteit wordt niet gehaald in: het Vossemeer, Drontermeer, en Nuldernauw. De quaggamossel is de belangrijkste filteraar. De quaggamossel compenseert voor het afnemen van de driehoeksmosselpopulatie in de Randmeren, behalve in het Nuldernauw.

Datum rapport
11 februari 2014
Auteurs
Bergsma, J.H., Bouma, S., Broeckx, P.B., Lengkeek, W.
Auteur
S. Bouma, J.H. Bergsma, P.B. Broeckx, W. Lengkeek ; Bureau Waardenburg
Uitgever
Bureau Waardenburg.
Annotatie
+ 6 excelbestanden
155 p.
Rapport nr. 13-236
In opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening (RWS, CIV)
Documentnummer
538097