De twee paradoxen van een bottom up-veranderproces in een overheidsorganisatie : een onderzoek naar de invloed van een bottom up-veranderproces op de resultaten van een pilot binnen het innovatieve veranderproject Project PIM, Rijkswaterstaat

Als masterscriptie voor haar studie Beleid, Communicatie en Organisatie (UvA) schreef studente Martine Brouwer het rapport ‘De twee paradoxen van een bottom-up veranderproces in een overheidsorganisatie’. Dit onderzoek had betrekking op de PIM-pilot Assetmanagement. De titel van het rapport verwijst naar het feit dat de twee belangrijke succesfactoren van PIM ook meteen twee belangrijke valkuilen waren. De eerste was de bottom-up methode. Door het testen van nieuwe werkwijzen met de werkvloer, ontstond er veel enthousiasme en toewijding. Gedurende het proces bleek echter ook dat juist bij assetmanagement prioriteiten topdown aangepast moesten worden. De tweede paradox betrof het feit dat PIM uit de lijnorganisatie is gehaald en onder de DG hing. Dit heeft er onder meer voor gezorgd dat er snel beslissingen konden worden genomen en snel resultaten werden behaald. Maar door de gebrekkige aansluiting bij de staande organisatie bleek het lastig de resultaten te laten landen in de lijn. Ondanks deze paradoxen is de pilot niet mislukt, aldus de onderzoekster. De kleine stapjes die gemaakt zijn, hebben volgens haar een grotere beweging in gang gezet. Ook blijkt het landelijke programma Assetmanagement veel te hebben aan de lessen en ervaringen uit de pilot.

Datum rapport
24 juni 2010
Auteurs
Brouwer, M.
Auteur
M. Brouwer ; Vrije Universiteit, te Amsterdam
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Partnerprogramma Infrastructuur Management (RWS, PIM).
Annotatie
80 p.
Masterscriptie Beleid, Communicatie en Organisatie
Documentnummer
405881