Landschapsplan Maaskanalenstreefbeelden, functie-eisen en maatregelen voor beheerplan nat
Het natte beheergebied van Rijkswaterstaat Directie Limburg bestaat uit de Maas, de Maaskanalen en de Midden-Limburgse kanalen. Het beheer van deze wateren is vastgelegd in het Beheerplan Nat (BPN). In het BPN geeft Directie Limburg aan hoe zij het bheer van de Maas en de kanalen aanpakt op basis van de functies die aan de watersystemen zijn toegekend. Daarbij worden functies en streefbeelden/functie-eisen aan de Maas en de kanalen vastgesteld mede op basis van (inter)nationaal en regionaal beleid, dat in het BPN beschreven is. Vanuit een integrale benadering van de functies worden in het BPN streefbeelden en functieeisen-beschreven. Op basis van het BPN worden de instandhoudingsplannen geschreven, waarin onder meer ingegaan wordt op maatregelen (onderzoek, inrichting, onderhoud en beheer) en de instandhouding van de diverse objecten. Rijkswaterstaat heeft behoefte aan een concrete, locatiegebonden uitwerking van de verschillende watersystemen. Onderhavig rapport heeft betrekking op de uitwerking van het watersysteem Maaskanalen. Hiertoe behoren de volgende watersysteemdelen: - Julianakanaal (MM5) - Lateraalkanaal Linne-Buggenum (WR4) - Maas-Waalkanaal (NM4) - Kanaal St. Andries (NM5) Het Kanaal St. Andries wordt samen met de Getijde Maas uitgewerkt vanwege de grote samenhang en gelijkenis van het ecologisch systeem. Voor dit onderdeel willen wij u graag verwijzen naar de betreffende Gebiedsvisie. Het onderhavige Landschapsplan behandelt de watersysteemdelen MM5, WR4 en NM4