Relevantie van schuine golfinval en kortkammigheid voor golfoverslag, en de representativiteit van golfgootproeven – een quick scan van de literatuur
Golfgootproeven en ook andere laboratoriumproeven zijn van groot belang gebleken voor het kwantificeren van golfbelastingen en bijbehorende erosie van dijken en duinen, maar hebben ook een aantal beperkingen die relevant zijn voor de belastingen die in het labortorium opgewekt kunnen worden, en de doorwerking daarvan op dijkbekledingen en dijkerosie. In een onderzoekstrategie voor de ontwikkeling, kalibratie en validatie van modellen voor de belasting van dijkbekledingen moeten zulke beperkingen worden meegewogen. Dit was aanleiding een quick scan uit te voeren, gericht op potentieel relevante verschillen tussen golfgootmetingen en in-situ veldmetingen, zowel voor extreme als vaker voorkomende condities. Een belangrijk doel van de quick scan is het op een rij zetten van onderzoeksvragen gerelateerd aan de verschillen tussen golfgoot- en veldmetingen, en meer generiek tussen laboratorium- en veldmetingen.
In het rapport wordt achtereenvolgens ingegaan op:
• Golfsteilheid
• Windforcering
• Schuine golfinval
• Rol van richtingsspreiding / kortkammigheid, en daarnaast enkele aspecten gerelateerd aan lange golven (infragolven)
• De resulterende conclusies en aanbevelingen / onderzoeksvragen
- Datum rapport
- 7 november 2022
- Uitgever
- Rijkswaterstaat, WVL. Uitgevoerd door M. Bottema